Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXI.
| |
[pagina 163]
| |
Oostende, bragt hy 't puik derGa naar margenoot* krygsbouwmeesteren uit alle gewesten; die hunnen vlyt spitsten, op het toestellen van vlotten, welken grof geschut draagen en over 't verdronken Land voeren konden: om welken te vernielen, de belegerden zig van gloeiende kogels en ander vuurwerk bedienden. Voorts, hadden de belegeraars oak eenen dyk opgeworpen, die den toevoer van kryg-en mondbehoeften naar de Stad geweldig belemmerde; met welken arbeid, wederorn, het gantsche jaar verliep, zonder dat de belegerden tot de overgave genoodzaakt werdenGa naar voetnoot(o). |
|