Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 143]
| |
III.
| |
[pagina 144]
| |
loopers niet te zullen aanhoudenGa naar voetnoot(e). Diergelyke Verbonden zyn ook met andere Indische Koningen en Volken geslooten, omtrent deezen tyd. De Koning van Ternate, een der Moluksche Eilanden, is, door van Nek, tot bondgenootschap bewoogenGa naar voetnoot(f). Spilbergen heeft een Verbond gemaakt maakt't met Fimala, Koning van Kandi, op't Eiland Ceilon, daar de beste Kaneel valtGa naar voetnoot(g). De Koningin van Patane, op de kust van Cochinchina, heeft zig, ook door van Nek, in't bondgenootschap der Vereenigde Gewensten, laaten brengenGa naar voetnoot(h): gelyk wy reeds te kennen gegeven hebben. Men handelde, gemeenlyk, met deeze volken, in de Portugeesche spraake, die zy, door hunne verkeering met de Portugeezen, geleerd hadden. Ga naar margenoot+ Doch met den Koning van Achem, op't Eiland Sumatra, Daar veel Peper Groeit, hadt men, tot hiertoe, nog geen verbond konnen sluiten. Hy was't, die, in't jaar 1599, verscheiden' Hollanders, en onder deezen, Kornelis Houtman, op aanhitsing der Portugeezen, om't leeven gebragt hadt. Naderhand hadt hy, zig gelaatende hier van berouw te hebben, de Hollanders nog eens misleid; den koop der speceryen, met hen gemaakt, buiten reden, verbreekende, 't welk Paulus van Kaarden, die't bevel voer- | |
[pagina 145]
| |
de over de Hollandsche schepen, bewoogen hadt, om eenige Arabische Vaartuigen, kort na't uitzeilen, der haven van Achem, te veroveren. Hieruit hadden de Portugeezen gelegenheid genomen, om de onzen als eenen hoop woesle zeefchuimers verdagt te maaken, byden Koning van Achem. DochGa naar margenoot+ twee Zeeuwsche schepen, onder Gerald de Rooi en Laurens Bikker, te Achem geland, bewoogen hem, wat laater, om een gezantschap, met hen, herwaards, te zenden, en met zekerheid te verstaan, dat zy geene famengerotte roovers, maar een volk waren, vermaard om hunne trouwen en rykdommen, en met niemant in oorlog, dan met Spanje. De Koning liet zig deezen voorslag gevallen. Op de te rug reize, by 't Eiland S. Helena, veroverden de Zeeuwen eene ryke Portugeesche Karaak, met peerlen en andere kostbaare waaren gelaaden. 't Volk van dit schip werdt aan de kustvan Brazil aan land gezet. 't Hoofd der Achemsche gezanten overleedt in Zeeland; daar men, ter zyner eere, een grafteken stigtte. De overigen hadden gehoor by Prinse Maurits, in't Leger voor Graave: op welke Stad, men hen twee stukken geschuts deedt lossen. Voorts, zagen zy het Leger en de wyze van belegeren, met de uirersle verbaasdheid. Men sloot, eerlang, een Verbond van Vriendschap en Koophandel met hen. Ook bezorgde men den Arabieren vergoeding voor de schade, die van Kaarden hun, by Achem, aangedaan hadt. In | |
[pagina 146]
| |
't yolgende jaar, keerden de gezanten te rugGa naar voetnoot(i): vervullende, sedert, de Indische gewesten met den roem der Vereenigde Nederlandered: 't welk veele andred volken genegen maakten, om zig met hen te verbinden.Ga naar margenoot+ Jakob Heemskerk, dezelfde, die op Nova Zembla overwinterd hadt, daarna, met twee schepen, gezeild naar Malakka, vondt zo veel ingang by den Koning van Fora, dat deeze, gebeeten op de Portugeezen, hem eene ryke Portugeesche Karaak aanwees, welke hy, in de zee ëngte tusschen Sumatra en Malakka, veroverde. Zy kwam van Makao, in China, van welke Stad de Portugeezen bezitters waren, en alwaarzy, onlangs, eenige Hollanders hadden opgehangen. Heemskerk schonk, nogans, het scheepsvolk het leevenGa naar voetnoot(k). De Karaak werdt herwaards gevoerd, en goede prys verklaard : onaangezien de tegenkanting eeniger Portugeesche Koopluiden, die zig in Holland hadden nedergezet. Deezen beriepen zig op de oude vriendschap der Portugeezen en Hollanderen, al voor vier eeuwen, in de togten naar't Heilige Land, ten tyde van Graave Willem den eerstenGa naar voetnoot(l) aangevangen: en op de voorregten, toegestaan aan die van hunnen Landaart, welken zig, na't bemagtigen van Portugal, door Filips den II, in Holland of Zeeland, wilden komen nederslaan :gelyk veelen, uit haat tegen de. Spanjaards, en om van de | |
[pagina 147]
| |
Spaansche Inquisitie niet voor Jooden of Mahometaanen verklaard te worden, gedaan haddenGa naar voetnoot(m). De Staaten oordeelden, nogtans, dat de Portugeezen, die zig, onder 't Spaansch gebied, in Indie onthielden, met reden, voor vyanden, en derzelver goederen, voor goeden prys, gehouden werden; 't welk zy, ook by openbaaren Plakaate, verklaard hebbenGa naar voetnoot(n) Doch of de goederen Italiaanen toebehoorende, en gevonden op de genomen' schepen, ook verbeurd waren, was twyfelagtiger. 't Geschil hierover werdt, by verdrag, afgedaanGa naar voetnoot(o). |
|