Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 129]
| |
Vaderlandsche historie
| |
[pagina 130]
| |
verovert verscheiden' schansen in, Vlaanderen. De muiters van Hoogstraaten verzoenen zig met den Aartshertoge. Maurits wint Sluis. XI. Oostende gaat, eindelyk, over, by verdrag. XII. Vrede tusschen Spanje en Engeland. Wat, in dezelve, den Vereenigden Gewesten aanging. XIII. De Staaten weigeren. Koning Jakob de vrye vaart naar Antwerpen. XIV. Schriften en bedenkingen den Vredehandel betreffende. Historie van Everhard van Reyd. Antwoord aan de Keizerschen. XV. Prins Maurits belegert Antwerpen vrugteloos. Wouw gewonnen. XVI. Hautain onderschept eenige schepen met Spaansch Krygsvolk. Spinola verovert Oldenzeel en Lingen. XVII. Aanslagen des Aartshertogs op Bergen op Zoon. Spinola versterkt Roeroord. XVIII. Maurits trekt op. Een deel zyns Legers wykt. Hy trekt af. Wagtendonk en Krakou verlooren. XIX. Aanslag op Gelder Voordeel behaald op de Duinkerkers. XX. Verrigtingen der Maatschappy in Indie. XXI. De Staaten besluiten, verweerender wyze, te oorloogen. Onlusten in Frankryk. XXII. Twist tusschen den Hertog en de Stad van Brunswyk. XXIII. Buspoeder-verraad in Engeland. Geschil tusschen den Paus en den Staat van Venetie. XXIV. Bredevoort verlooren. Graaf Henrik herwint het. Aansslag op Sluis. XXV. Spinola komt te velde. Justiniani zoekt, te vergeefs, in de Betuwe te dringen. Maurits beschanst de Waal en Yssel. XXVI. Spinola verovert Grol en Rynberk. XXVII. Aanslag van Graave Henrik op Venlo. Muitery in 's vyands Leger. XXVII. Lochem herwonnen. | |
[pagina 131]
| |
Prins Maurits belegert Grol. Verlaat het. XXIX. Zeetogten van den Admiraal Hautain. Ysselyke daad van Reinier Klaaszoon. XXX. Dood van den Graave van Hohenlo en van Graave Jan van Nassau den ouden. Filips Willem, Prins van Oranje, trouwt. XXXI. Schade in Texel. Graaf Henrik verrast Erkelens. 't Kasteel te Groningen geslegt. XXXII. Ontwerp tot het opregten eener Westindische Maatschappye. | |
I.
| |
[pagina 132]
| |
der Egiptische Koningen uit de stammeder Ptolomeën, den Nyl met de Roode Zee, door eene gegraaven' vaart, vereenigd hebbende, maakte, hierdoor, den handel op Indie gemaklykerGa naar voetnoot(a). Doch deeze vaart werdt, door den tyd, onbruikbaar. De handel op Indie bleef nogtans gevestigd in Egipte. Alexandrie was de voornaamste Marktplaats der Indische waaren: welken, van daar, te schepe, naar Italie en verder westwaards, vervoerd werdenGa naar voetnoot(b). Na datde Saraseenen meester geworden waren van Egipte, vervolgden de Soudaanen van dit gewest den handel op Indie, die hun jaarlyks, merkelyke voordeelen aanbragt. Onder anderen, ontvingen zy veelerlei Speceryen, vooral Peper, Gengber, Wierook en Kaneel, van Malabaar en Kambaai, die, te schepe, te Aden, aan de Roode Zee, en van daar, op kameelen, te lande, in negen dagen, naar Chus aan den Nylstroom, gebragt werden. Hier werdenze wederom gescheept, en den stroom af naar Babilon in Egipte gevoerd. Omtrent Wynmaand nu, wanneer de Nyl verre overzyne oevers vloeit, bragt menze, door eene gegraaven' vaart, die dan vol waters raakte, nog cweehonderd mylen verder, naar Alexandrie. Vanwaar, zy, te schepe, naar Venetie kwamen, en voorts, door de Koopluiden van allerlei Landaart, ook Nederlandschen, die zig | |
[pagina 133]
| |
hier hadden nedergezetGa naar voetnoot(c), alomme, met naame naar de Nederlanden, vervoerd werden. De Venetiaanen, nogtans, de zwaare Egiptische tollen, die omtrent een derde deel van de waarde der speceryen beliepen, myden willende, haalden, in de veertiende eeuwe of eerder, de fynste en kostbaarste speceryen, als Kubebe of Staartpeper, Spica Nardi, Nagelen, Nooten-muskaaten en Foelie, niet van Alexandrie, maar van Aleppo of eenige andere haven aan de Middellandsche zee, onder 't gebied der. Tartaaren of Turken, die thans ook Perfie beheerschten. Van Ormus en Kis, gelegen In de Persische Golf, plagten, al van ouds, Indische waaren, te water, langs de Tigris, en voorts, te lande, naar Antiochie of eenige andere haven daaromtrent, gevoerd te worden; die dan, van daar, in Italie kwamen. In laater' tyd, werden de waaren, te Bagdad, aan de Tigris, ontscheept, en van daar, naar 't schynt, te lande vervoerd. De vragt der Indische waaren, op deeze wyze aangebragt, beliep egter veel meer, dan of menze van Alexandrie haalde: doch hier waren de tollen wederom veel zwaarer: 't welk de reden was, waarom men niet dan fyne speceryen, die de vragt beter veelen konden, van Bagdad naar den zeekant, en voorts naar Europa voerde. Doch wanneer 't eens gebeurde, dat men Kaneel en Gengber, van Bagdad aangebragt, naar Italie asscheepte, bevondt | |
[pagina 134]
| |
men deeze speceryen veel beter, dan die, over Alexandrie, uit Indie kwamen: 't welk met de Gengber wel twintig ten honderd scheelde. Men nam, hierom, in overleg, om sterker op de Turksche wingewesten te handelen, in verwagting, dat de aanvoer der grover speceryen, die, aldaar, tot nog toe, weinig geweest was, 't welk de pryzen hoog gehouden hadt, spoedig en fterk toeneemen zou. Zelfs vondt men er, die luft genoeg toonden, om zelven, over Bagdad, naar Indie te trekken, tot het doen hunner inkoopen, De Tartaaren stonden den westerschen handelaaren, die naar Indie wilden, den vryen doortogt toe. Doch de Soudaanen van Egipte, meer gezet op het behouden van den Indischen handel, gedoogden niet, dat iemant uit het westen, door hun Land, naar Indie toogeGa naar voetnoot(d). Of, evenwel, de handel over Bagdad, in de veertiende eeuwe, sterker gedreeven werdt, is my niet klaarlyk gebleeken. Doch de Indische waaren, met naame de speceryen, kwamen, nog tot omtrent het einde der vystiende eeuwe, alleen over Venetie, in de NederlandenGa naar voetnoot(e) Ga naar margenoot+ In den aanvang dier eeuwe, hadden de Portugeezen zig eerst begonnen uit te leggen, op het ontdekken van nieuwe Landen, zuidwaards van hun afgelegen. Doch 't liep aan, tot in 't jaar 1474, eer zy de Kabo Verdische of Zoute Eilanden vonden: waar- | |
[pagina 135]
| |
na zy hnnnen handel, langs de Westkust van Afrika, tot aan Kongo, voortzetteden. Vasko de Gama zeilde, niet voor 't jaar 1498, om de Kaap de goede Hoop, naar Indie. Hy landde te Kalikut, aan de kuft van Malabaar, van waar, men wist, dat de Indische waaren, naar Bagdad en Aden, plagten gevoerd te worden. Hy vestigde hier den handel der Portugeezen, onaangezien de tegenkanting der Arabieren, die daar nog de grootste Koopluiden waren. De Koningen van Portugal zonden, sedert, langs deezen zelfden weg, aanzienlyke Vlooten naar Indie, en maakten zig van den meesten Indischen handel, van veele kusten en aanzienlyke Eilanden zelven, binnen weinige jaaren, meesterGa naar voetnoot(f). De speceryhandel der Moluksche Eilanden bragt hun 't meeste gewin aan: waarom Karel de V. Ferdinand Magellanes, langs eenen nieuwen weg, door de Zuidzee en de Straat, die naar hem den naam heeft, in den jaare 1520, ook derwaards zondt. Doch hier uit rees een merkelyke twist, tusschen Spanje en Portugal; die van zelf eindigde, na dar Portugal en de Portugeesche bezittingen in Indie Filips den II. in handen gevallen waren. Ondertusschen, waren de Portugeezen zo dra geene meesters geworden van de vaart op Indie, of men kreeg geene Indische waaren meer over Venetie. Alles, met naame de speceryen kwamen, met Portugeesche schepen, herwaards; | |
[pagina 136]
| |
doch moesten wel tweemaal zo veel gelden, als te voorenGa naar voetnoot(g). Ga naar margenoot+ De Hollanders en Zeeuwen haalden, door den tyd, de Indische waaren zelven uit Portugal. Doch toen hun, in den jaare 1584, de vaart derwaards belet werdt, begonden zy zig toe te leggen op afgelegener reizen. Sommigen voeren op Archangel: anderen op de Kabo Verdische Eilanden, vanwaar zout gehaald werdt: ook, wat laater, sterker dan te vooren, op Italie, en, onder Fransche vlaggen, op verscheiden' havens onder het Turksch gebiedGa naar voetnoot(h). Doch om de vaart op Oostindie werdt eerst ernstig gedagt, na dat de Engelschen, in den jaare 1586, reeds eenen voordeeligen togt derwaards gedaan hadden, en na dat de vaart op Spanje en Portugal geweldiglyk begon belet te wordenGa naar voetnoot(i). Kornelis en Fredrik Houtman, Zoonen van Pieter Korneliszoon Houtman, Brouwer te Gouda, hadden zig, in 't jaar 1593, naar Lisbon begeven, en, van daar, de noodige onderrigtingen, omtrent den Indischen handel, medegebragt. Kornelis begaf zig, in 't volgende jaar, naar Amsterdam, daar hy eenige Koopluiden bewoog, tot het uitrusten van vier schepenGa naar voetnoot(k), die, onder zyn beleid, in Grasmaand des jaars 1595, uit Texel, in zee liepenGa naar voetnoot(l). Houtman hieldt den zelfden koers, dien de | |
[pagina 137]
| |
Portugeezen volgden, zeilende voorby de Kaap de goede Hoop. Hy deedt verscheiden' kusten en Eilanden aan, daar Portugeesche Volkplantingen waren, of daar de Portugeezen zig, ten minste, met bewilliging der Indische Regeeringe, hadden nedergezet: onder anderen ook Bantam, op her Eiland Fava, alwaar hy, door 't beleid der Portugeezen, in openbaaren oorlog raakte met de Ingezetenen. 't Zelfde lot wedervoer hem, ook aan andere oorden. Hy slaagde, derhalve, byna overal ongelukkiglyk, en kwam, na veel sukkelens, in Oogstmaand des jaars 1597, met drie schepen, in 't Vaderland te rugGa naar voetnoot(m). De Koopluiden, die deeze eerste reis bekostigd hadden, waren Henrik Hudde, Reinier Pauw, Pieter Dirkszoon Hasselaar, Fan Fanszoon Karel de Oude, Fan Poppen, Henrik Buik, Dirk van Os, Siewert Sem en Arend ten Grootenhuis. Zy noemden hunne Maatschappy de Kompagnie van VerreGa naar voetnoot(n). De stegte uitslag hunner eerste onderneeminge benam hun egter den moed niet. Gerard Bikker, sedert, in hunne Maatschappy ontvangen hebbende, vereenigden zy zig, met eene andere, bestaande uit Vincent van Bronkhorst, Simon Fanszoon Fortuin, Govert Dirkszoon, Kornelis van Kampen, Jakob Thomaszoon, Ellert Simonszoon Fonkhein en Fan Hermanszoon, allen ook Amsterdamsche KoopluidenGa naar voetnoot(o). En | |
[pagina 138]
| |
deeze vereenigde Maatschappy bragt, in 't jaar 1598, agt schepen in zee, die, onder 't beleid van Jakob Korneliszoon van Nek, de reis naar Indie deeden. De Vloot was, gelyk de voorige reize, door's Lands Staaten, voorzien van geschutGa naar voetnoot(p). Vier van deeze schepen kwamen, binnen vyftien maanden, behouden te rug, medebrengende, onder anderen, vierhonderd last Pepers, en honderd last Nagelen, die zy, te Bantam, gelaaden hadden. Ook bragten zy Prinse Maurits eenige geschenken mede van den Koning van Bantam. De andere schepen bezogten Amboina, Banda en Ternate, en kwamen, in 't jaar 1600, in 't Vaderland wederomGa naar voetnoot(q). De togt was zo wel geslaagd, dat van Nek, ten tweeden maale, in Zomermaand des jaars 1600, met zes schepen, uitgezonden werdt. Hy vondt den Koning van Ternate misnoegd op de Portugeezen, tusschen welken en de onzen, in Zomermaand des volgenden jaars, een kleine scheepsstryd voorviel. Voorts deedt hy eenen voordeeligen inkoop van Peper te Patane, alwaar hy eene Logie liet opslaan, met verlof der KoninginneGa naar voetnoot(r). Ga naar margenoot+ Midlerwyl, hadden eenige Zeeuwsche en Rotterdamsche Koopluiden, met naame Balthazar Moucheron, Adriaan Henrikszoon | |
[pagina 139]
| |
ten Haaf, N. Langeberke, Fan van der Veeke, Pieter van der HagenGa naar voetnoot(s) en anderen ook eene Maatschappy opgeregt, en verscheiden' togten naar Indie bekostigdGa naar voetnoot(t), eerst in den jaare 1598, met vier schepen, onder Faques Mabu, die, door de Straat van Magellaan, naar de Molukken zeildeGa naar voetnoot(u); en, daarna, nog meer dan eens, onder Steven van der Hagen, Jakob Willekens, Foris van Spilbergen, Laurens Bikker en anderen. Doch de reis door de Straat van Magellaan was ook, wat laater in 't jaar 1598, door Olivier van Noord van Utrecht, vaarende voor eenige Koopluiden van Amsterdam en elders, ondernomen. Hy bezogt de Dieven Eilanden en Manilla, alwaar hy met de Portugeezen slaags raakte, en de overwinning behaalde. Voorts keerde hy, over Borneo en Java, langs de Kaap de goede Hoop, te rugGa naar voetnoot(v). De Staaten van Holland hadden hem ook voorzien van geschut en krygsbehoeftenGa naar voetnoot(w). De handel op Indie gaf zo merkelyke voordeelen, dat de lust tot den zelven, van tyd tot tyd, aanwies. Doch alzo de onzen, alomme, zeer gedwarsboomd werden, door de Portugeezen, die somtyds te wege bragten, dat de Indische Vorsten de Hollandsche bevelhebbers | |
[pagina 140]
| |
vyandlyk bejegenden, en aan 't leeven kwamenGa naar voetnoot(x); besloot men, de schepen te voorzien van bestelbrieven op den naam van Prinse Maurits, waarby zy last kreegen, om, tegen elk, die hunnen handel bekommerde, geweld te gebruiken. |
|