Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIV. Vyf Kollegien ter Admiraliteit opgeregt.Wat laater, vonden de algemeene Staaten, by raade van Prinse Maurits, dienstig, in het beleid van de zaaken der Admiraliteit, de verandering te maaken, van welke wy, reeds by eene andere gelegenheidGa naar voetnoot(c), in 't voorbygaan, gewaagd hebben. De Prins, oordeelende, dat de Kollegien ter Admiraliteit te veel afhingen van de Staaten van Holland en Zeeland, alwaar de voornaamsten zaten; en begrypende, dat zulks hinderlyk was aan de invoeringe van eenen eenpaarigen voet op den ophef der gemeene middelen te water; bragt, deezen zomer, te wege, dat 'er vyf nieuwe Kollegien ter Admiraliteit werden opgeregt; doch, om de byzondere gewesten niet te zeer te stooten, behoudens elk gewest zyne vryheid, en alleenlyk by voorraad en voor den tyd van een jaar. Welke Kollegien zitten zouden, te Rotterdam, in Zuidholland; te Amsterdam, in Noordholland; te Hoorn, of te Enkhuizen, in Westfriesland; te Middelburg, in Zeeland, en te Dokkum, in Friesland: in welk laatste gewest, men, bereids sedert eenigen tyd, in beweeging geweest was, om, op eigen gezag, en in gemeenschap met Stad en Lande, een byzonder Kollegie | |
[pagina 487]
| |
ter Admiraliteit op te regtenGa naar voetnoot(d). De drie Kollegien in Holland zouden elk uit zeven Raaden bestaan, die hunnen last van de algemeene Staaten bekomen zouden; doch van welken 'er vier, door die van Holland en Westfriesland, en vier, door de overige Vereenigde Gewesten, zouden worden voorgeslaagen. In Zeeland, daar men nog geen by zonder Kollegie ter Admiraliteit hadt willen gedoogen, zouden de Gekommitteerde Raaden der Staaten van 't gewest, als Raaden ter Admiraliteit, gemagtigd worden, door de algemeene Staaten. 't Kollegie in Friesland zou op gelyken voet staan, als de Hollandsche Kollegien. Gelderland zou, in de byzondere Kollegien, drie Raaden in alles voorslaan, Holland en Westfriesland vyftien, Zeeland tien, Utrecht twee, Friesland vier, Overyssel twee, en Groningen en Ommelanden ook twee. Het Berigtschrift voor deeze Kollegien werdt, op den dertienden van Oogstmaand, vastgesteldGa naar voetnoot(e); en wordt, in 't voornaamste, nog tegenwoordig, gevolgd: gelyk de vyf Kollegien, schoon maar voor een jaar ingesteld, met weinige verandering, ook tot heden toe, in stand gebleeven zyn. |
|