Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVII. De Hertog van Parma sterft.De wederzydsche Legers bleeven, na 't overgaan van Koeverden, nog eenigen tyd, ongescheiden, houdende elkanderen in vreeze, zonder iets te onderneemen. Doch Parma, eerlang, bevel uit Spanje bekomen hebbende, om wederom naar Frankryk te keeren, sloeg, nog voor 't einde van Wynmaand, van Brussel, op weg. Terwyl het Leger optrok, hieldt hy zig, de gantsche Slagtmaand door, te Atrecht, alwaar hy, op den tweeden van Wintermaand, van zulk eene zwaare flaauwte, overvallen werdt, dat hy, den volgenden dag, overleedt. Kort te vooren, was, uit Spanje, in de Nederlanden gekomen Don Pedro Henriques d'Azevedo, Graaf van Fuentes, met last, om een waakend oog op de Nederlandsche zaaken te houden, en indien dezelven, ter oorzaake van Parmas zwakheid, in eenig verloop mogten geraakt zyn, de hand te slaan aan de herstelling. Sommigen hebben gemeend, dat hy ook bevel hadt, om Parma te ontslaan van 't bewind, en in hegtenis te neemen, en dat deeze hierom, te spoediger, den togt naar Frankryk | |
[pagina 370]
| |
ondernam, zonder den Graaf van Fuentes gezien te hebben. Voorts heeft men zynen dood ook toegeschreeven aan vergif, zonder dat iemant bepaalen durst, wie 't hem hebbe ingegeven. Veertien jaaren was hy 's Konings Landvoogd over de Nederlanden geweest. Het krygsgeluk, hem, in de negen eerste jaaren, gediend hebbende, begon hem, in de vyf laatsten, geweldiglyk, tegen te loopen: welk laatste, veelligt, meer dan iets anders, tot zyne kwynende ziekte enGa naar margenoot+ opgevolgde dood, toegebragt heeft. De Landvoogdy werdt, by voorraad, aan den ouden Graave Pieter Ernst van Mansfeld opgedraagen; schoon de klem van 't bewind in handen bleef van twee Spanjaarden, den Graave van Fuentes en Don Estevan d'IbarraGa naar voetnoot(w). Ga naar margenoot+ De Advokaat Oldenbarneveld hadt, in den aanvang deezes jaars, wederom ontslag verzogt van zyn Ampt, 't welk hy, reeds meer dan eens, te vooren, gedaan hadtGa naar voetnoot(x). Hy hadt zig egter altoos nog laaten beweegen om in 's Lands dienst te volharden, tot dat 's Lands zaaken op eenen beteren voet zouden geraaken, mids men hem, ondertusschen, niet bonde aan zyn Berigtschrift. Doch nu beriep hy zig op zyne zwakheid, begeerende ernstelyk, ontheeven te wordenGa naar margenoot+ van zyn zwaarwigtig ampt. De Staaten bewoogen hem egter wederom, om te volharden, verhoogende, ten dien einde, zyne | |
[pagina 371]
| |
jaarlyksche wedde tot op tweeduizend ponden van veertig grooten: gelyk zy, omtrent deezen tyd, ter oorzaake der toeneemende duurte van veele waaren, ook de wedden van andere Amptenaaren merkelyk verhoogdenGa naar voetnoot(y). Tegen 't einde des jaars, werdt de staatGa naar margenoot+ van oorlog, door zyne Doorlugtigheid en den Raad van Staate, ter algemeene Staatsvergaderinge, in den Haage, ingeleverd, en wederom, gelyk voorleeden jaar, boven de tweehonderdduizend guldens ter maand, negen tonnen schats van de gewesten gevorderd. De Prins vaardigde Brieven af aan de gewesten, over welken hy Stadhouder was, om dezelven te beweegen tot spoedige bewilliging. De Staaten scheidden, in Wintermaand, om verslag van verscheiden' punten, en vooral van 't stuk der belastingen te doen aan de byzondere Gewesten, en derzelver besluit, desaangaande, ter naaster Dagvaart, in te brengenGa naar voetnoot(z). Ook vind ik,Ga naar margenoot+ dat Holland, al vroeg in 't volgend jaar, voor zyn aandeel in de gevorderde oorlogslasten, bewilligd heeftGa naar voetnoot(a). Met de verandering der Regeeringe overGa naar margenoot+ de Spaansche Nederlanden, werdt ook verandering gemaakt, in 't beleid der dingen. Fuentes, die van eenen strengen aart was, dreef, eerlang, door in den Krygsraad, die thans 't voornaam bewind der Regeeringe aan zig getrokken hadt, dat men de Vrywaaringen | |
[pagina 372]
| |
ten platten lande moest afschaffen, en de gevangenen niet meer op losgeld stellen of wisselen; maar, gelyk in den aanvang des oorlogs, zonder genade ter dood brengen. Terstond hierna, kwam hiervan een Plakaat in 't licht, op den naam van den Graave vanGa naar margenoot+ Mansfeld. Doch de Vereenigde Staaten verzuimden niet dit Plakaat tegen te gaan, door een diergelyk, waarby 't zelfde gedreigd werdt, ten ware Mansfeld het zyne, binnen zekeren tyd, herriepGa naar voetnoot(b). Men begon reeds aan 't rooven en plonderen te gaan, ten platten lande; de soldaaten, die men in handen kreeg, werden opgehangen: toen 'er, aan de Spaansche zyde, zo zwaare klagten vielen van de Geestelykheid en den Adel in Brabant, die brandschatting aan de Staaten plagten te geeven, en nu voor den moedwil des Krygsvolks bloot stonden, dat de uitgekomen' Plakaaten, allengskens, in onbruik raakten, en men, ter wederzyde, keerde tot de voorige gewoonte, brandschatting vorderende van Landstreeken, die zig niet beschermen konden, en met de gevangenen handelende naar krygsgebruikGa naar voetnoot(c). |
|