Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXV. De Staaten van Holland doen eene Kerkenorde ontwerpen.In Holland, was het stuk der Kerkelyke Regeeringe, tot nog toe, op geenen vasten voet gebragt. Wy hebben, te voorenGa naar voetnoot(i), meer dan eens, aangetekend, dat de Kerken-ordeningen, in de Sinoden, ontworpen, den Staaten niet gevielen, vooral, om dat, daarby, der Overheid te weinig gezags gelaaten werdt, over de verkiezing der Kerken-Dienaaren. Hierom hadden de Staaten, al voor eenige jaaren, geraaden gevonden, zelven de hand te leggen aan het ontwerpen | |
[pagina 362]
| |
eener Kerken-orde: waartoe zy, in den jaare 1582, eenigen uit hun, nevens die van den Hoogen Raade, gemagtigd hadden. Deezen leverden, in 't volgende jaar, een ontwerp inGa naar voetnoot(k), welk toen, en sedert, mids den bysteren staat van 's Lands zaaken, den moord des Prinsen van Oranje, en de bezwaarlyke tyden van Leicester, niet tot stand gebragt was. De Advokaat Oldenbarneveld, dien 't bovenal verdroot, dat dit stuk dus sloerde, en die zelf de hand gehad hadt, in 't ontwerp van den jaare 1583, riedt de Staaten, omtrent deezen tyd, dit ontwerp, door agt Gemagtigden uit hunne Vergadering en uit de Geregtshoven, en door agt Predikanten, te doen overzien, en in orde brengen: gelyk, in Sprokkel- en Lentemaand deezes jaars 1591, geschiedde. Men meende dus den Kerkelyken genoeg te hebben toegegeven, door het opstel ook aan hun oordeel te onderwerpen. 't Werdt, overzien en in orde gebragt zynde, aan de Geregtshoven gezonden, die het goed keurden. De Edelen en meeste Steden zouden 'er ook niet tegen gehad hebben; doch Delft, Gouda, Rotterdam, Hoorn en Medenblik hielden, dat 'er den Kerkelyken te veel gezags in gegeven werdt. Dit zag, voornaamlyk, op de verkiezing der Predikanten, die, by de ontworpen' KerkenordeningGa naar voetnoot(l), gesteld was | |
[pagina 363]
| |
aan een gelyk getal van Gemagtigden uit de Regeeringe der Steden en Dorpen en uit de Kerkenraaden of Klassen. Van de andere zyde, stieten de Kerkelyken zig ook aan verscheiden' punten, met naame, aan een, waarby der Overheid eenige kennis over de Kerkelyke tugt en ban werdt toegestaan. Ook begeerden zy, dat de Kerkenorde, zo zy al by alle de Steden aangenomen werdt, niet in gebruik gebragt zou worden, dan na dat zy, in eene Provinciaale Sinode, zou zyn goedgekeurd. En men heeft, naderhand, beweerd, dat de Stad Amsterdam, hiervoor, insgelyks, gestemd zou hebben, schoon zulks, in de aantekeningen der Dagvaarten, niet gemeld wordtGa naar voetnoot(m). De Kerkenorde werdt,Ga naar margenoot+ derhalve, niet bevestigd door de Staaten, onaangezien de Advokaat Oldenbarneveld, die dit werk dus verre voortgezet hadt, daarop, naderhand, nog dikwils, bleef aanhoudenGa naar voetnoot(n). De gelukkige Krygstogt deezes jaars hadtGa naar margenoot+ den Staaten der Vereenigde Gewesten zo veel moeds gegeven, dat zy, op hunne Vergadering in den Haage, die in Slagtmaand aangevangen werdt, ernstige besluiten namen, tot het voortzetten van den oorlog, in het volgende jaarGa naar voetnoot(o). De vier Gewesten, Holland, Zeeland, Utrecht en Friesland, die, tot nog toe, alleen den last des gemeenen krygs droegen, hebbende de anderen | |
[pagina 364]
| |
genoeg te doen, met hunne eigene bescherming, bragten hunne Consenten, op den staatGa naar margenoot+ des oorlogs, ook spoedig in. Holland bewilligde, omtrent den aanvang des volgenden jaars, voor zyn aandeel, in tweehonderdduizend guldens ter maand, tot de gewoone, en nog negenhonderdduizend guldens, tot de buitengewoone lasten des oorlogsGa naar voetnoot(p), en ik meen, dat de drie andere gewesten het voorbeeld van Holland, kort hierna, volgden. Prins Maurits deedt, in 't voorjaar, een reisje naar Overyssel, naar Gelderland, naar Breda, en naar Zeeland, om orde te stellen op verscheiden' zaaken, en om de gewesten, tot het vaardig bewilligen in de noodige lasten des krygs, te beweegenGa naar voetnoot(q). |
|