Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXI. Verdugo bemagtigt Ementil. Groningen benaauwd door Graave Willem.Verdugo, eenige hulp uit Brabant gekreegen hebbende, tastte, in Zomermaand, de schans te Ementil aan, en vermeesterdeze, by verdrag. Graaf Willem, die nogal niet afliet, Groningen te benaauwen, sloeg zig, eerlang, te Kollum neder, niet verre van den vyand; die egter niet geraaden vondt, hem, in zyn voordeel, aan te tastenGa naar voetnoot(x). Ten deezen tyde, werden twee Spaansche soldaaten onthalsd, die beleeden hadden, uitgemaakt te zyn van Verdugo, om Graaf Willem van kant te helpenGa naar voetnoot(y). Wegens de aangelegenheid van Groningen, binnen welke Stad, de Staatschen heimelyk verstand hielden, met eenigen uit de Wet, hadt men zelfs de Koningin van Engeland onderrigt; en zy hadt Brieven herwaards gezonden, waarby zy de Stad van haare gunst en bescherming verzekerde, zoze de Staatsche zyde koosGa naar voetnoot(z); doch daar verliepen nog omtrent vier jaaren, eer dit gebeurde. | |
[pagina 350]
| |
Tegen 't einde des jaars, keerde Parma teGa naar margenoot+ rug uit Frankryk, daar 't hem gelukt was, Parys, welk, door Koning Henrik den IV, strengelyk belegerd werdt, te ontzetten. Doch de Gemeente in Frankryk mistrouwde hem zo zeer, dat men zyne bezetting ter geener Stede wilde inneemen, zo dat hy genoodzaakt was, zyne benden, midden doorGa naar margenoot+'s vyands Leger, te rug te leiden. Op zyne te rugkomst, vondt hy de bezetting van verscheiden' Steden aan 't muiten, by gebrek van betaaling. De Staaten hadden van dit ongemak ook bevinding gehad, in dit en in het voorleeden' jaar, en de bezettingen van TielGa naar voetnoot(a), van LiefkenshoekGa naar voetnoot(b), van SchenkenschansGa naar voetnoot(c) en van ZwartsluisGa naar voetnoot(d), aan 't muiten zien slaan. Doch deeze beweegingen waren spoedig en gelukkig gestild. In de Spaansche Nederlanden, hadden zy zwaarer gevolgen. De bezettingen van Diest, Leuven en Heerentals stonden op tegen de Oversten, en bragten de gantsche Brabantsche Kempen onder brandschatting, plonderende en verwoestende al 't platte Land in deezen oord, zo deerlyk, als of 'er de vyand huisgehouden hadtGa naar voetnoot(e). 't Liep eenen geruimen tyd aan, eer zig de muitende menigte bevredigen lietGa naar voetnoot(f). De Hertog van Parma zondt, kort na zyne herwaardskomst, den Prins van Askoli, met eenige benden, naar Frankryk, | |
[pagina 351]
| |
tot ondersteuning van den Hertoge van Mayenne. De Staaten hadden, daarentegen,Ga naar margenoot+ vyf Oorlogsschepen in zee gebragt, tot bescherming der kusten van Normandye en Bretagne, zynde zy, door Koning Henrik, berigt geworden, dat Filips bezig was, om eene Vloot uit te rusten, met welke hy 't op deeze kusten gemunt hadt. De Heer van S. Aldegonde,Ga naar margenoot+ die, dus lang, buiten openbaare bediening, geweest was, bekleedde, ten deezen tyde, de waardigheid van Gezant der algemeene Staaten aan het Fransche HofGa naar voetnoot(g). Naderhand, te rug gekeerd, werden hem agthonderd ponden toegelegd, voor 't gene hy, wegens agterstallen van zyne wedde, tot den jaare 1582 toe, te vorderen hadtGa naar voetnoot(h). Ook werdt hy, in 't jaar 1594, door de algemeene Staaten, op eene wedde van vierentwintighonderd guldens, in 't jaar, behalve driehonderd guldens, voor huishuur, aangesteld, om den Bybel, uit het Hebreeuwsch, over te zettenGa naar voetnoot(i). Doch dit werk is, met zynen dood, die, op 't einde des jaars 1598, voorviel, blyven steekenGa naar voetnoot(k). |
|