Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIV. Gewigtige verandering in Frankryk.In Frankryk, viel, dit jaar, eene merkwaardige verandering voor, die grooten invloed hadt op den staat der Vereenigde Nederlanden: waarom wy 'er een kort berigt van geeven moeten. Wy hebben, op zyne plaatsGa naar voetnoot(w), gemeld, dat Koning Henrik de III. de oppermagt over de Nederlanden van de hand geweezen hadt, voornaamlyk ter oorzaake van den binnenlandschen kryg, in de Lente des jaars 1585, door die van Guize, verwekt tegen den Koning van Navarre en de Hugenooten. Deeze kryg duurde verscheiden' jaaren. De Koning van Navarre dreef dien ook te water, en verzogt, in de Lente des jaars 1587, eene vrye Haven van de Vereenigde Staaten, en regtspraak aldaar, over zyne pryzen en buiten: ook dat de Fransche schepen, die toen hier te Lande waren, vryelyk vertrekken mogten. 't Laatste werdt hem toegestaan; doch 't eerste geweigerdGa naar voetnoot(x). Nogtans onderhieldt hy de vriendschap met de Staaten, zendende, in 't volgende jaar, den Heer Du Fay aan hun af, om een verbond met hen te sluiten. De Staaten van Holland toonden 'er zig terstond genegen | |
[pagina 317]
| |
toeGa naar voetnoot(y). De algemeene Staaten insgelyks, mids zulks, met goedvinden der Koninginne van Engeland, geschiedde. Sedert liet men den Koning van Navarre toe, zig van geschut en andere krygsbehoeften, hier te Lande, te komen voorzienGa naar voetnoot(z). Midlerwyl, hadden die van Guize zig meester gemaakt van Parys, en den Koning van Frankryk zelv' genoodzaakt de Hoofdstad zyns Ryks te ruimenGa naar voetnoot(a). Hy sloot toen een verdrag met hen, waarby hy hun verscheiden' Plaatsen afstaan moestGa naar voetnoot(b). De hoon, dien zy hem aandeeden, stak hem nogtans zo zeer in den krop, dat hy den Hertog van Guize en den Kardinaal, deszelfs Broeder, in Wintermaand des jaars 1588, te Blois, deedt van kant helpenGa naar voetnoot(c). Doch hierop verklaarde hun gantsche aanhang en de Stad Parys zig tegen hem. Hy zag zig, derhalve, genoodzaakt, zyne toevlugt te neemen tot den Koning van Navarre en de HugenootenGa naar voetnoot(d), en ondernam het beleg van Parys, met derzelver hulpe. Hy was op het punt van de ingezetenen tot onderwerping te noodzaaken, toen Jakob Klement, een Dominikaaner Monnik, hem, met een mes, in den buik griefde; aan welke wonde hy, des anderendaags, overleedt, op den tweeden van Oogstmaand deezes jaarsGa naar voetnoot(e). Hy hadt den Ko- | |
[pagina 318]
| |
ning van Navarre benoemd tot zynen Opvolger, die den naam van Henrik den IV. aannamGa naar voetnoot(g). De Guizische aanhang, den Hertog van Mayenne nu aan hun hoofd hebbende, weigerden hem te erkennen, en riepen, eerlang, den ouden Kardinaal van Bourbon, die thans in hegtenis zat, voor Koning uit, onder den naam van Karel den X. Wyders moest Koning Henrik, om de meeste Grooten te voldoen, belooven, dat hy zig in den Roomschen Godsdienst zou laaten onderwyzenGa naar voetnoot(h), dat is, met andere woorden, dat hy zig, eerlang, Roomsch-Katholyk zou verklaaren, gelyk hy, in 't jaar 1593, deedt. De binnenlandsche kryg duurde, ondertusschen, in Frankryk, en Koning Henrik zag zig genoodzaakt, beide EngelandGa naar voetnoot(i) en de Staaten der Vereenigde Nederlanden, van tyd tot tyd, aan te zoeken om onderstand. Vanhier werden hem, op ernstige aanbeveelinge van Prinse Maurits, in Herfstmaand deezes jaarsGa naar voetnoot(k), dertigduizend kroonen ter leen opgeschootenGa naar voetnoot(l). Ook bleef hy zig, hier, voorzien van verscheiden' krygs- en mondbehoeftenGa naar voetnoot(m). De Koning van Spanje verklaarde zig, daarentegen, openlyk voor den gevangen Kardinaal, dien hy Koning Karel den X. noemde. De Guizische aanhang droeg Filips zelfs den titel op van Beschermer der Kroone van FrankrykGa naar voetnoot(n). De Hertog van | |
[pagina 319]
| |
Parma zondt een goed deel volks naar Frankryk, welk zig by den Hertoge van Mayenne voegdeGa naar voetnoot(o). De burgerkryg in Frankryk hielp dus de Nederlanden aan ademtogtGa naar voetnoot(p). Van deszelfs aanvang af, werdt de oorlog hier flaauwer voortgezet, van de Spaansche zyde, en Prins Maurits kreeg, eerlang, gelegenheid, om merkelyke voordeelen te behaalen op de Spaanschen. Met Deenemarke viel, in den zomer deezesGa naar margenoot+ jaars, wederom eenig geschil, over de verhooging der tollen op het Hout, welk, in Noorwegen, gelaaden werdt. De Staaten wendden, sedert eenigen tyd, alles aan, wat in hun vermogen was, om de goede vriendschap met Deenemarke te onderhouden. Zelfs hadden zy den tegenwoordigen Koning, Christiaan den IV, die zynen Vader, Fredrik den II, in 't voorleeden jaar, opgevolgd was, door een plegtig Gezantschap, welk den Graaf van Hohenlo aan 't hoofd hadtGa naar voetnoot(q), over zyne komst tot de kroon, geluk gewenschtGa naar voetnoot(r). Doch deeze heuschheid voorkwam de moeilykheden niet, die, van tyd tot tyd, over den handel, ontstonden. De Staaten van Holland, wier onderzaaten meest leeden, door het verhoogen der tollen, en door verscheiden' knevelaaryen van 's Konings bedienden, vaardigden, in Zomermaand, eenen beleefden Brief aan Koning | |
[pagina 320]
| |
Christiaan afGa naar voetnoot(s), die, meen ik, niet geheel vrugteloos was. Ga naar margenoot+ Op het einde van dit jaar, werden de Staaten der Vereenigde Nederlanden om onderstand verzogt, door die van GeneveGa naar voetnoot(t), welken, in 't voorleeden jaar, door Henrik den III, Koning van Frankryk, waren ingewikkeld, in eenen kryg met Emanuel Filibert, Hertog van Savoye, dien wy, in 't begin der Regeeringe van Koning Filips, als algemeenen Landvoogd deezer Landen, gekend hebben. De Hertog, verbonden met die van Bern, hadt het beleg geslaagen voor de Stad. De algemeene Staaten schreeven aan de byzondere Gewesten, en bragten te wege, dat elk gewest den Genevoizen, met eenige penningen, ondersteundeGa naar voetnoot(u). In den Herfst des volgenden jaars, toen de Stad op 't strengst belegerd was, beslooten die van Holland haar nog twaalfduizend ponden over te maakenGa naar voetnoot(v). De kryg duurde tot in 't jaar 1593, wanneer de Staaten van eenige Gewesten der Stad nog eenigen onderstand in geld toestondenGa naar voetnoot(w). Kort hierna, nam men, van wederzyde, het Bestand aan, welk tusschen Koning Henrik den IV. en die van de Ligue of het Verbond geslooten was. Doch toen, eenige jaaren laater, de Her- | |
[pagina 321]
| |
tog van Savoye, aangezet, door den Paus en den Koning van Spanje, wederom eenige vyandlykheden aanving tegen Geneve, zondt de Stad, in 't jaar 1598, den Heer de Sully naar Holland, om nieuwen onderstand, en kwytschelding van den verleendenGa naar voetnoot(y). De Staaten van Holland, die vierentwintigduizend ponden te vorderen hadden, konden, in Wintermaand, alleenlyk besluiten, om de verloopen' Rente deezer somme kwyt te schelden, en om, tot onderhoud van een vendel knegten, op nieuws, twaalfduizend ponden eens toe te staan, mids de andere gewesten Geneve, insgelyks, hielpen ondersteunenGa naar voetnoot(z). Hoe 't hier verder mede afliep, is my, uit het Register der Staatsbesluiten, niet gebleeken. Sommigen melden, in 't algemeen, dat de Heer de Sully vergenoegd vertrokGa naar voetnoot(a). Anderen, dat Holland der Stad de vierentwintigduizend ponden kwytscholdtGa naar voetnoot(b). Zeker is 't, dat zy toen ook, in de Vrede, te Vervins, tusschen Frankryk en Spanje getroffen, begreepen werdtGa naar voetnoot(c). |
|