Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIII. Onderhandeling met Engeland.'t Vertrek en de afstand van Leicester zou, waarschynlyk, merkelyke verkoeling veroorzaakt hebben in de vriendschap tusschen Engeland en deeze Landen, zo niet de Spaan sche toerusting ter zee, in 't voorleeden jaar, de Koningin en de Staaten beide geleerd hadt, dat men elkanders hulp niet missen kon. Men hieldt dan de vriendschap, door wederzydsche gezantschappen, leevende. De Ridder Joan Norrits kwam, op het einde des jaars 1588, herwaards. Men vertoonde deezen, in hoe groot een gevaar, Utrecht en 't gantsche Land gebragt waren, door den raad van Spaanschgezinden en vreemdelingen. Men deedt hem zien, hoe noodig de eendragt tusschen de byzondere gewesten ware. En hy en Willougby begonden, door den tyd, de middelen, welken men ter hand geslaagen hadt, omze te bevestigen, goed te keurenGa naar voetnoot(m). De Staaten klaagden, ondertusschen, dat de Engelsche hulptroepen niet voltallig gehouden werden: waartegen de Koningin, met de monsterrollen, bewees, dat zy 't vereischte getal, van tyd tot tyd, geleverd hadtGa naar voetnoot(n). Doch 't bleek, eerlang, | |
[pagina 314]
| |
dat de Engelsche Hopluiden geleend volk, voor vol, hadden doen monsteren, en dat de Koningin veel minder manschap in daadelyken dienst hadt, dan zy of de Staaten betaaldenGa naar voetnoot(o). Van tyd tot tyd, vielen 'er, wyders, andere zaaken te vereffenen, tusschen Engeland en de Staaten, den Koophandel en de beweegingen onder de zogenaamde Engelschgezinden deezer Landen betreffende; zo dat 'er geduurig gezanten overGa naar margenoot+ en weder reisdenGa naar voetnoot(p). In 't laatst van 't voorleeden jaar, hadt de Koningin eenige Hollandsche Koopvaardyschepen doen beslaan in Engeland, om zig van dezelven te bedienen in de Vloote, die zy, tegen Spanje uitrustte. Don Antonio, verdreeven Koning van Portugal, voegde zig op deeze Vloote. De Staaten hadden hem verlof gegeven, om eenige buizen te mogen koopen in HollandGa naar voetnoot(q), en om vyftienhonderd knegten te mogen werven, die onder bevel stonden van Nikolaas van Meetkerke. De Vloot stak, in de Lente deezes jaars, in zee, en behaalde eenige voordeelen op de Spanjaards. Doch Don Antonio won 'er niets by: 't zy dat de Portugeezen hem zo genegen niet waren, als hy zig zelven en den Engelschen diets gemaakt hadt: 't zy ook, dat de Engelschen, meer op buit vlammende, dan gezet op de herstelling van den verjaagden Vorst, hem zo veel bystand niet beweezen, als hy van | |
[pagina 315]
| |
hun verwagt hadtGa naar voetnoot(r). De Vloot bemagtigde, op haare te rugkomst, een goed getal van Oostersche schepen, die met mond- en krygsbehoeften naar Lisbon zeilden. De Hanze-Steden klaagden ten hoogste, over deeze vyandlykheid. Doch Elizabet verdedigde zig, tegen deeze klagten, in openbaaren drukGa naar voetnoot(s). Midlerwyl, bleef de hoofdzaak, die de Nederlandsche Gezanten, in Engeland, te verhandelen hadden, het aanmoedigen der Koninginne, tot het vermeerderen van haaren onderstand; doch alzo zy hierin niet slaagden naar genoegen, keerden zy, in den aanvang van Slagtmaand, herwaards, om verslag van den staat der zaaken in Engeland te doen, aan de vergaderde StaatenGa naar voetnoot(t). De Engelsche Heeren, die zig hier te Lande onthielden, zogten de Koningin te overtuigen, dat zy den Heere Willougby, hier, het zelfde gezag moest doen opdraagen, welk de Graaf van Leicester gehad hadtGa naar voetnoot(u). Doch de gedaante der Regeeringe was, sedert Leicesters afstand, zo zeer veranderd, dat men dit met geene reden verwagten kon. Maurits, die, toen Leicester nog in 't Land was, de grootheid zyns verstands, onder een diep stilzwygen, verborgen hadtGa naar voetnoot(v), gaf 'er nu, dagelyks, duidelyke bewyzen van, en toonde, eerlang, ten klaarste, dat hy niet gezind was, den Engelschen zo veel ge- | |
[pagina 316]
| |
zags over de Regeeringe af te staan, als zy en hunne aanhangers hier te Lande gaarne gehad zouden hebben. Dit, in Engeland gemerkt zynde, bragt te wege, dat de onderstand niet alleen niet vermeerderd werdt, maar zelfs, dat de beloofde troepen nimmer voltallig gehouden werden. |
|