Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 267]
| |
Vaderlandsche historie.
| |
[pagina 268]
| |
marke. Geneve ondersteund. XV. Hoorn, Enkhuizen en Medenblik beweeren een gewest op zig zelven te zyn. De twist hierover wordt bygelegd. XVI. Verandering in de Admiraliteits Kollegien. Verschil met Zeeland. Handeling over Woerden en andere verpandde Heerlykheden. XVII. Twee Kollegien van Gekommitteerde Raaden opgeregt. Prins Maurits wordt Stadhouder van Utrecht, Overyssel en Gelderland. XVIII. Schets van den tegenwoordigen staat der Regeeringe van de Vereenigde Nederlanden. Yver van Prinse Maurits ter bevestiging van den Staat. XIX. Heraugiere verrast het Kasteel van Breda, door middel van een Turfschip. Mansfeld belegert Breda. Verlaat het. Wint Zevenbergen. Maurits stigt Knodsenburg. Wint verscheiden' Sterkten. Venlo wordt Staatsch. XX. Klagten der Duitsche Vorsten. XXI. Verdugo wint Ementil. Groningen benaauwd, door Graave Willem. Muitery. XXII. Handel met de Koninginne van Engeland. Woudrichem en Altena, door de Staaten van Holland, gekogt. Voordeelige toestand der Vereenigde gewesten. XXIII. Prins Maurits wint Zutfen en Deventer. Hy belegert Groningen. Verlaat het. Bemagtigt Hulst. XXIV. Verovert Nieuwmegen. Verstelt aldaar de Wet. XXV. Ontwerp eener nieuwe Kerkenorde. XXVI. Krygsbedryven in Frankryk. Maurits wint Steenwyk, Ootmarsum en Koeverden. XXVII. Parma sterft. Mansfeld wordt Landvoogd, by voorraad. Staat van Oorlog. Plakaaten op 't afschaffen der vrywaaringen. XXVIII. Fransche zaaken. Maurits bemagtigt Geertruidenberg. XXIX. Krygsbedryven | |
[pagina 269]
| |
in Friesland. Verscheiden' schansen verlooren. Koeverden belegerd. Muitery onder 't Spaansch Krygsvolk. XXX. Zwaar onweder. Bommel en de Bommelerwaard hereenigd met Gelderland. XXXI. Ernst, Aartshertog van Oostenryk, wordt Landvoogd. Raakt in veragting. XXXII. Aanslagen van Prinse Maurits. Koeverden verlaaten. XXXIII. Prins Maurits en Graaf Willem belegeren en bemagtigen Groningen. | |
I. Staat des Lands na den afstand van Leicester.HEt ophouden der Akte, waarby Leicester van de Regeering der Nederlanden afstondt, stelde den staat derzelve in merkelyk gevaar, alzo men niet wist, waar men 't oppergezag, voortaan, zoeken moest. De Engelsche Ambassadeur Herbert ontving deeze Akte niet voor den twee-entwintigsten van Louwmaand, toen hy op zyn vertrek stondt naar Engeland. Hy namze dan wederom derwaards, voorgeevende, dat het overleveren derzelve zyne reis te zeer vertraagen zouGa naar voetnoot(a). Leicesters aanhangers namen, hieruit, gelegenheid, om kwaad te stooken tegen de Staaten, breed opgeevende van het ongenoegen der Koninginne, over 's Graaven onverwagt vertrek. 't Morren werdt gevoed, door brieven van Leicester, en van de Koninginne zelve, aan zulken, die 's Graaven streng, hier, getrokken hadden tegen de Staaten. De Predikanten roeiden 'er onderGa naar voetnoot(b). En sommigen ontzagen zig niet, de Staaten, die, | |
[pagina 270]
| |
zeidenze, Leicester misnoegd hadden laaten vertrekken, aan te merken als de oorzaaken der elenden, die de Landen dreigden, wanneer men de Engelsche hulp, gelyk te dugten was, eens missen zou. Doch na 't overleveren der Akte van Afstand, op den eersten van Grasmaand, door den Raadsheer Henrik KillegreiGa naar voetnoot(c), hernamen de Staaten 't gezag, welk men hun zogt afhandig te maaken, en de Regeering kreeg allengskens eene bestendiger gedaante. Ga naar margenoot+ Maar eer 't zo ver kwam, was de muitery onder de bezettingen, in verscheiden' Steden, tot hevige daadelykheden uitgeborsten. 't Krygsvolk van den Staat hadt zig, al sedert eenige jaaren, laaten genoegen, met de betaalinge van twee derde deelen der soldye, terwyl hun, voor 't overig derde deel, schuldbrieven geleverd werden, die, by gedeelten, en wanneer 's Lands penningen wat ruimer omkwamen, voldaan werden. Nu vorderden zy volle betaaling, en weigerden den Staaten en Prinse Maurits gehoorzaamheid; zig beroepende op den eed, aan Leicester gedaan. Onder Sonois volk, te Medenblik, werden de beginsels der muiterye allereerst bespeurd, in den aanvang van Louwmaand. Van hier sloeg zy over naar Heusden, Woudrichem, Schoonhoven, Geertruidenberg, Naarden, Veere, Arnemuiden, Bergen op Zoom en andereGa naar margenoot+ Plaatsen. Te Heusden, werden de Wethouders, op 't Stadhuis, gevangen genomen, door het Krygsvolk; de Overste Ysselstein | |
[pagina 271]
| |
op 't Slot belegerdGa naar voetnoot(d). Elders viel men aan 't plonderen, en aan 't stroopen ten platten lande. Robert Sacquet of Sucquet, een Engelschman,Ga naar margenoot+ misbruikende den naam der Koninginne, zogt de bezetting te Willemstad ook aan 't muiten te helpen, en zig van de Plaats en van den Persoon des Bevelhebbers meester te maaken. Doch zynen toeleg ontdekt zynde, werdt hy, gevangen, naar den Haage gevoerd. Hy beleedt hier, dat hy voorhadt, de vesting aan Parma te leveren: waarop hy ter dood veroordeeld werdtGa naar voetnoot(e). Op de meeste Plaatsen nogtans, lieten de muiters, die hier en daar nog geen twee derden der bedongen' soldye ontvangen hadden, zig, met eenige maanden betaalinge, stillen, en wisselden, op bevel van Prinse Maurits, van legplaatsGa naar voetnoot(f). Willougbys schryven bragt veelGa naar margenoot+ toe, tot het stillen der muiterye, te Veere, alwaar Prins Maurits, op den twintigsten van Slagtmaand, als Markgraaf, werdt ingehuldigd. Te Vlissingen, werdt de inhuldiging, op verzoek van de Regeeringe zelve, die voor opschuddinge bedugt was, voor dien tyd, verschooven. Zy geschiedde hier, eerst op den zesentwintigsten van Oogstmaand des jaars 1590Ga naar voetnoot(g). Maar de muitery onder de Staatsche bezettingen, in den jaare 1588, hadt nergens gevaarlyker gevolgen, dan te Medenblik en te Geertruidenberg, waarom | |
[pagina 272]
| |
wy 'er, een weinig byzonderer, van gewaagen moeten. |
|