Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXVI. Aanslag van Norrits op Deventer.Norrits, verneemende dat Stanlei nog Overste binnen Deventer bleef, zogt hem te bekooren, tot het houden der Stad voor de Koninginne. Doch toen dit haperde, bestondt hy de Stad, by verrassing, te overvallen; maar moest, met verlies, afwykenGa naar voetnoot(y). In Harlingen lagen, sedert eenige jaaren,Ga naar margenoot+ twee vendels, welken door Holland betaald werden. De Friezen, die, te vooren, Engelsche bezetting in deeze Stad hadden afgeweezen, wisten 't nu, met hunnen Stadhouder, zo te bestellen, dat zelfs de Hollandsche bezetting voor Friesche verwisseld werdtGa naar voetnoot(z). Doch de haat tegen de Engelschen namGa naar margenoot+ toe, ter oorzaake van eenen inval eeniger | |
[pagina 200]
| |
benden Engelsche ruiteren in Holland, die de soldy, welke de Koningin hun schuldig was, in den Haage, wilden komen haalen. 't Gerugt liep, dat zy, door North en Brakel, waren opgemaakt. Men paaide hen, eindelyk, met agtduizend guldens. En na dat zy 't platte Land tusschen Utrecht, Amsterdam en Gouda, benevens de Alblasseren Krimpenerwaarden afgeloopen hadden, keerden zy, door 't Stigt, daar hun de boeren op 't lyf vielen, naar hunne bezettingen, in Gelderland en 't Graafschap Zutfen, te rugGa naar voetnoot(a). Ga naar margenoot+ Omtrent het einde van Louwmaand, maakte men geene zwaarigheid, om Leicesters Plakaat op de zeevaart te herroepen, en den uitvoer van allerlei waaren, behalve wapenen, buskruid en Salpeter, naar onpartydige plaatsen, uitgenomen Calais en Embden, vry te stellen, by Plakaat, op den naam van Leicester en den Raade van Staate gegevenGa naar voetnoot(b). De Staaten van Holland openden, wat laater, de vaart op Calais en Embden, insgelyks, alzo toch de Engelschen, Schotten en andere volken op deeze havens handeldenGa naar voetnoot(c). |
|