Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijIV. Kerktwist te Utrecht.Verliefd op den eernaam van Voedsterheer der Kerke, bestondt hy, te Utrecht, een' Kerktwist te slissen, die reeds eenige jaaren geduurd hadt. Na het treffen der Gendsche Vrede, hadden de Kalvinischen of Hervormden, gelykze zig, gemeenlyk, noemden, hier ter Stede, wederom, beginnen te prediken, met zo groot een' toeloop, dat de Wethouders geen herts genoeg hadden, om het te stuiten, en hun, eerlang, de MinderbroedersGa naar margenoot+ Kerk vergunnen moesten. Ten zelfden tyde, stondt 'er een Priester in S. Jakobs Kerke, Huibrecht Duifhuis genoemd, en van ons, reeds, by eene andere gelegenheid, gemeld; die, in 't jaar 1578, eenen afkeer van 't Pausdom kreeg, en, met verlof der Wethouderschap, zyn begrip der Hervorminge den volke zediglyk begon te leeren. Hy liet nogtans de beelden in de Kerke, en hieldt het witte Koorkleed aan, als hy predikte. Voorts, doopte hy eenvoudiglyk, vraagende alleenlyk den naam van 't Kind, en de ouders of getuigen tot niet iets verbindende. Tot het Avondmaal ontving hy elk, op eigen' proeve, zonder iemant belydenis zyns geloofs af te vor- | |
[pagina 151]
| |
deren: ook zonder boek te houden van naamen. Van bannen wist hy niet, agtende, dat het der Christelyke Overheid toekwam, openbaare zondaars te beteugelen. Hy stelde hierom geene Consistorie of Kerkenraad aan, gelyk de andere Hervormden deeden; maar bediende zig van de gewoone Kerk-en Armmeesters, in zaaken, die de anderen aan Ouderlingen en Diakenen vertrouwden. Het trouwen voor de Magistraat, of in de Kerk, of in een byzonder huis, voor Ouders en Vrienden, mids 'er drie geboden of afkondigingen voorgingen, stondt hy toe, tot dat 'er de Staaten nader orde op zouden stellen. Voorts predikte hy, des Zondags, over de verdeelingen der Evangelien en Epistelen, by de Roomsche Kerke in gebruik, meest toeleggende, op het buigen der herten tot liefde en godzaligheid, zonder zig met geschillen en verborgenheden op te houden. De heilige schrift was, zeide hy, zyn Catechismus. Ook leerde hy geenen anderen. Doch toen de Wethouders, naderhand, de beelden uit de Kerke deeden neemen, liet hy ook 't witte kleed af, en predikte in den langen zwarten tabbaard. De andere Hervormden, welken men die van de Consistorie noemde, gingen hem, eerlang, aan, om zig met hen te vereenigen. Hy hieldt dit nog ontydig; schoon hy verklaarde, in zaaken des geloofs, geen geschil met hen te hebben; doch toen hy, naderhand, vernam, dat eenigen hunner Predikanten niet vreemd waren van het straffen der Ketteren met de dood, weigerde hy hun, | |
[pagina 152]
| |
ronduit, zyne gemeenschapGa naar voetnoot(o). Van dien tyd, viel men hem zo lastig, van de zyde der Consistorie, dat hy de Wethouderschap om ontslag verzogt. Doch zy hieldt hem de hand boven 't hoofdGa naar voetnoot(p). En de Prins van Oranje hoorde hem, in 't jaar 1580, met veel genoegen, predikenGa naar voetnoot(q). Doch hy overleedt, op den derden van Grasmaand des volgenden jaars. Zyne gezindheid, hoe zeer 'er zig de andere Hervormden tegen kanteden, was egter niet met hem gestorven. Zy was zelfs zo aangegroeid, dat men haar eene tweede Kerk, die van S. Maria, naamlyk, moest toevoegen. En van de zeven Predikanten, die thans te Utrecht stonden, waren drie van Duif huis gezindheid. Twee van deezen drie, lieten zig nu, tegen den zin der gemeente, op 't aanhouden van Leicester, door den Graave van Nieuwenaar, beweegen, om zig, onder zekere voorwaarden, te vereenigen met die van de Consistorie. De derde nam zyn afscheidGa naar voetnoot(r). De Hervormden hadden veel gewonnen by deeze vereeniging. De gunst, welke Leicester hun bewees, maakte hen vrymoedig genoeg, om hem verlof te verzoeken, tot het houden eener Kerkelyke Vergadering, om de eenigheid in de Leere en Kerkentugt, daar 't, niet slegts te Utrecht, maar ook elders, hier te Lande, aan haperde, op eenen vasten voet te brengen. Hy bewil- | |
[pagina 153]
| |
ligde hierin, zonder de Staaten te kennenGa naar voetnoot(s), en schreef den Stadhouderen en Geregtshoven aan, dat zy de Walsche en Nederduitsche Kerken deezer Landen, tegen den twintigsten van Zomermaand, op de begeerde Kerkvergadering in den Haage, hadden te noodigenGa naar voetnoot(t): gelyk geschiedde. In deeze Sinode of Kerkelyke Byeenkomst,Ga naar margenoot+ werdt de Vereeniging tusschen die van de Consistorie en die van S. Jakobs Kerke te Utrecht bevestigdGa naar voetnoot(u). Voorts werden 'er eenige geschillen over de Leere, met sommige Predikanten, verhandeld. Doch het voornaamste,Ga naar margenoot+ dat hier verrigt werdt, was het instellen eener Kerken-ordeningGa naar voetnoot(v), die men, de Staaten voorbygaande, in Oogstmaand, Leicester aanboodt, en die, terstond, by voorraad, door hem, bekragtigd werdt, zonder het oordeel der Staaten, welken hyze nogtans gezonden hadt, daarover af te wagten. De Staaten en veele anderen vonden, ondertusschen, deeze Kerken-ordening, in verscheiden' opzigten, aanstootelyk. Men hadt 'er in vastgesteld, alle drie jaaren, eene diergelyke Sinode te zullen houden, zonder dat men gewag gemaakt hadt, van eerst verlof daartoe te verzoeken aan de Overheid. Men hadt den Wethouderen der Steden ook te weinig zeggens gelaaten, in de verkiezing der Predikanten, Ouderlingen en Diakenen, | |
[pagina 154]
| |
hoewel men, aan eenen anderen kant, wederom scheen gezorgd te hebben, voor het gezag der Magistraaten, vaststellende, dat zy een of twee uit de hunnen, Ledemaaten der Kerke zynde, in de Kerkenraaden mogten zenden, niet slegts om te hooren, maar ook om mede te beraadslaan, over de voorvallende zaaken. Verscheiden' andere punten waren 'er, in deeze Kerken-ordening, die den Staaten kwalyk gevielen, waarom het 'er wel verre van af was, dat zy 'er hun zegel aan zouden gehangen hebben. Ook waren 'er verscheiden' Predikanten in 't Stigt, die, op den voet van S. Jakobs Kerke, gepredikt hebbende, de Sinodale besluiten weigerden aan te neemen, waarom zy, eerlang, van den dienst ontzet werden, en voor luiden van de Consistorie plaats maaken moestenGa naar voetnoot(w). |
|