Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 139]
| |
Vaderlandsche historie.
| |
[pagina 140]
| |
gen hem. Onderhandeling met hem. X. Prounink geweerd uit de algemeene Staaten. Men poogt het Lid der Gekoorenen, te Utrecht, af te zetten. XI. Leicester wil een' keer naar Engeland doen. Hy maakt de Duitsche werving vrugteloos. Onderzoekt, waarom men, in Holland en Zeeland, de opperheerschappy Engeland niet aanbiedt. XII. Hy draagt het bewind, in zyn afzyn, den Raad van Staate op. Bepaalt deszelfs gezag, beimelyk. XIII. De Staaten van Holland aanvaarden de Kerkenorde. Veranderingen in 't Stigt. XIV. Bezending naar Engeland. Handeling met de Koninginne. XV. Wouw verkogt aan Parma. Stanlei en Jorkverraaden Deventer en de schans over Zutfen. XVI. Aanslag van Norrits op Deventer, De Engelschen vallen in Holland. 't Plakaat op de Zeevaart ingetrokken. XVII. De algemeene Staaten schryven aan Leicester. Verandering in den Raad van Staate. XVIII. Maurits krygt meer gezags. Waardgelders geworven. Een Deensch Gezant geligt. Vredehandeling met Spanje verworpen. XIX. Twist met Sonoi, die Prins Maurits en Hohenlo buiten Medenblik houdt. XX. Prounink woelt, om eenige gewesten met Utrecht te doen samenspannen. Byeenkomst te Utrecht. XXI. Voorslag der Staatsche gezanten aan de Koninginne van Engeland. Leicester begraauwt hen. Zy vertrekken. Verzierde Brieven. XXII. Twist in Friesland over de bezending naar Engeland. Handel tegen eenige Kerkelyken. XXIII. Leicester styft de tweedragt, hier te Lande, door brieven. XXIV. Staat der Vereenigde en Spaansche Nederlanden. Parma belegert Sluis. Gel- | |
[pagina 141]
| |
der verraaden. XXV. Leicester keert te rug. Verzoent zig, eenigszins, met de Staaten. Sluis gaat over. Nieuwe bezwaarpunten tegen Leicester. Hy slaat den Vredehandel met Spanje voor. XXVI. Handeling tusschen Engeland en Spanje baart agterdogt. Leicesters dubbelheid. XXVII. Punten uit zyn geheim Berigtschrift. Hy zoekt Maurits, den Advokaat en anderen te ligten. XXVIII. Hy komt te Utrecht. Te Amsterdam. Zyne zonderlinge ontmoeting aldaar. XXIX. Twist onder de Stigtsche Edelen. Leicester verandert de Wet te Utrecht. Hy trekt naar Hoorn. XXX. Eenige Predikanten, de Staaten vermaanende, worden scherp afgezet. XXXI. Vertoog over den staat der Regeeringe. XXXII. Beweeging te Dordrecht. Muitery te Leiden, door Leicester verwekt. XXXIII. Hy vertrekt naar Engeland, en doet afstand van 't bewind over de Nederlanden. | |
I. Oorzaaken van het misnoegen tegen Leicester.WY hebben, in 't voorgaande Boek, de Krygsbedryven deezes jaars, en wat deel 'er Leicester in gehad hebbe, kortelyk, verhaald. Nu staat ons te toonen, op wat wyze, hy zig hebbe gedraagen, in zaaken van Regeeringe en Regtsoefeninge, en welke de grond zy geweest van het ongenoegen, welk men, in Holland inzonderheid, tegen hem opgevat hadt. Doch om dit klaarlyk en met orde te doen, moeten wy de zaaken van wat hooger ophaalen. De Graaf van Leicester was hier gekomen, om, volgens zyn Berigtschrift, het uiterste | |
[pagina 142]
| |
van 's Lands vermogen naar te vorschenGa naar voetnoot(a). De byzondere Staaten, met naame die van Holland, waren 'er, daarentegen, altoos op gesteld geweest, om dit hun vermogen, zo veel 't zyn kon, bedekt te houden. Hier kwam het van daan, dat zy, tot de lasten des krygs, wel bepaalde sommen toestaan; doch hunne gemeene middelen den Graaven of den Landvoogden zeer noode in handen stellen wilden. Leicester moest zig, derhalve, groot gezag over 's Lands Regeeringe aanmaatigen, om hierin verandering te konnen maaken, en om aan het voornaam punt van zyn Berigtschrift te konnen voldoen. De Hollanders en Zeeuwen, die, door hunne gezanten, zynen grond reeds in Engeland gepeild hadden, waren hem zeer in den weg geweest, met het verkiezen van Prinse Maurits tot hunnen Stadhouder. Om 's Lands magt wel te kennen, moest hy vooral Holland en Zeeland wel kennen: en om 's Lands meeste magt in zyn geweld te hebben, moest hy, inzonderheid in Holland en Zeeland, het hoogste gezag voeren. Doch dit was hem beide grootendeels belet, door de verheffingeGa naar margenoot+ van Prinse Maurits. Hy besloot ook, waarschynlyk om deeze reden, zig, doorgaans, niet in Holland of Zeeland; maar in een der andere Gewesten op te houden. Utrecht was hem hiertoe ver het gelegenste. De Vergaderingen der algemeene Staaten plagten in de Hoofdstad van dit gewest gehouden te worden. De Stadhouder over het | |
[pagina 143]
| |
zelve zag Leicester eeniglyk naar de oogen, en was te gelyk Stadhouder over Gelderland, welk aan 't Stigt grensde; terwyl Friesland, welk anderszins ook te afgelegen was, onder 't bewind stondt van eenen Stadhouder uit den Huize van Nassau. Voeg hier by, dat de Burgery van Utrecht thans zeer gestoord was op de Hollanders, met naame op die van Amsterdam. Zie hier, om welke reden. |