Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIII. Graaf Maurits wordt aangesteld tot Stadhouder Kappitein-Generaal en Admiraal van Holland en Zeeland.'t Eerst dat men, ten deezen einde, ondernam, was het opdraagen der Stadhouderlyke waardigheid over Holland en Zeeland, aan Graave Maurits. De eerste voorslag hiertoe werdt door Oldenbarneveld gedaan, na dat men, ter algemeene Staatsvergaderinge, geraadpleegd hadt, om de Opperlandvoog- | |
[pagina 105]
| |
dy der Vereenigde Nederlanden, op den zelfden voet, als die, ten tyde van Karel den V, bekleed was, aan den Graave van Leicester op te draagen. De schrandere Pensionaris begreep, naamlyk, dat, onder de algemeene Landvoogdy der Vereenigde Landen, ook de byzondere van Holland, zou konnen geagt worden vervat te zyn, even gelyk het byzonder Stadhouderschap van Brabant, tot de algemeene Landvoogdy der Nederlanden, plagt te behooren. Doch hy en anderen oordeelden, dat het gezag van Leicester eer een weinig betoomd, dan zo hoog opgevyzeld behoorde te worden. 't Punt der aanstellinge van Graave Maurits tot Stadhouder werdt dan, in Wynmaand, ter Vergadering van Holland, daar ook Gemagtigden van Zeeland waren, overwoogen. De meeste Leden neigden hiertoe. Zelfs hadden die van Holland hunnen Gemagtigden naar Engeland, reeds voorheen, gelast, dat zy, in geval haare Majesteit de Opperheerschappy wilde aanvaarden, ten opzigte der byzondere Stadhouderen, bedingen moesten, 't gene men van Frankryk bedongen zou hebbenGa naar voetnoot(o): en zo de Koningin de naamen der Stadhouderen begeerde te weeten, zouden zy mogen verklaaren, dat Graaf Maurits voor Stadhouder van Holland en Zeeland gehouden werdtGa naar voetnoot(p). Nu, drongen ook die van Zeeland, dugtende, veelligt, dat men hun eenen Engelschen Stadhouder mogt toe- | |
[pagina 106]
| |
schikken, op de aanstellinge van Graave MauritsGa naar voetnoot(q). In de Vergadering van Holland, viel 'er egter nog eenig geschil over. Men besloot 'er toe, met de meerderheid, op den eersten van SlagtmaandGa naar voetnoot(r). Te vooren, waren reeds eenige Leden der Vergaderinge gemagtigd geweest, tot het opstellen van een Berigtschrift: waarin Amsterdam, nevens Gouda verzogt hebbende, dat het hunnen Vroedschappen mogt worden medegedeeld, nog eenige veranderingen maakte. Ook besloot men, te wege te brengen, dat Utrecht zig, gelyk eertyds, wederom onder het Stadhouderschap van Graave Maurits begafGa naar voetnoot(s). Graaf Maurits deedt den eed, en nam zitting in den Hove, op den veertienden van Slagtmaand. Ten zelfden dage, werdt vastgesteld, dat hem de titel van gebooren Prinse van Oranje gegeven zou wordenGa naar voetnoot(t): waarom wy hem, voortaan, ook Prins Maurits noemen zullen, schoon het Prinsdom van Oranje, eigenlyk, op zynen oudsten Broeder, Filips Willem, verstorven was. Zyn Lastbrief was gesteld op den naam der Staaten van Holland en ZeelandGa naar voetnoot(u). Wat zyn Berigtschrift betreft, het werdt eerst opgemaakt, na dat hy den eed gedaan hadtGa naar voetnoot(v), en ik vind niet, dat het immer vastgesteld is, hoewel men, in den jaare 1587, Prins Maurits meer gezags opdraagende, zig, op zyn Berigtschrift, | |
[pagina 107]
| |
zo wel als op zynen lastbrief, beroepen heeftGa naar voetnoot(w). Het ontwerp van dit Berigtschrift liep op deezen zin: ‘De Stadhouder, Kapitein-GeneraalGa naar margenoot+ en Admiraal zy gehouden, de hoogheid, voorregten en welvaart der Landen, ook de oefening van den Christelyken Godsdienst voor te staan, en te wege te brengen, dat Utrecht, gelyk voorheen, met Holland, Zeeland en Friesland, onder zyn Stadhouderschap vereenigd worde. Hy doe regt aan elk, die 't hem verzoekt. Hy verleene Provisien van Regte, en doe alle Ordonnantien en Vonnissen uitvoeren, by goeddunken van den President en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland. Hy zal, met der Landen Gekommitteerde Raaden, hem toe te voegen, de Burgemeesters, Schepens en Wet veranderen, naar behooren, en daar 't de nood vereischt; en de ampten, te vooren, ter begeevinge der Stadhouderen, gestaan hebbende, begeeven aan getrouwe en bekwaame liefhebbers des Vaderlands; doch overgiften van Ampten van den een' aan den anderen zullen, niet dan by bewilliging der Staaten, worden toegelaaten. Ook zal hy, met de genoemde Gekommitteerde Raaden, by voorraad, en tot nader orde, verleenen alle Brieven van genade, vergiffenis, wettiging, uitstel van betaaling en diergelyken, die, by den geheimen Raad te Brussel, plagten verleend te worden, mids daarop, vooraf, verstaan- | |
[pagina 108]
| |
de het goeddunken van den Officier en Magistraat der Plaatse, en mids de verkreegen' Brieven aldaar geinterineerd of wettig verklaard worden. Doch van voorbedagte doodslagen en andere snoode misdaaden zal geene vergiffenis worden verleend. Hy voorzie, wyders, met de Gekommitteerde Raaden, op de verzekering en bescherming der Landen, en gedraage zig, te water en te lande, als een goed Stadhouder, Kapitein-Generaal en Admiraal behoort: zo egter, dat hy eerbied toedraage aan den algemeenen Landvoogd, door haare Majesteit van Engeland, herwaards te schikken: en dat hy de bevelen van deezen en van den Raad van Staate, overeenkomstig met derzelver lastbrief en berigtschrift gegeven, in de Plaatsen van zyn Stadhouderschap, doe ter uitvoeringe brengen. Eindelyk, behouden de Staaten van Holland de magt aan zig, om dit Berigtschrift, naar den nood en 's Lands oorber, te veranderen, te vermeerderen, of te verminderenGa naar voetnoot(x).’ |
|