Vaderlandsche historie. Deel 7
(1752)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina *13]
| |
WILLEM de EERSTE, Prins van Oranje, enz. enz. enz.
Is. Tirion excudit | |
[pagina 536]
| |
XXXIV. 's Prinsen Begraafenis.'s Prinsen lyk werdt, 's anderendaags na den moord, gebalsemd, ten toon gesteld, en bleef boven aarde tot op den derden van Oogstmaand, wanneer het, op kosten der Staaten van Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht, met byna Koninglyke staatsie, in de nieuwe Kerke, te Delft, ter aarde besteld werdtGa naar voetnoot(x). Ter gelegenheid van deeze lykstaatsie, was eenig verschil gevallen over den rang, tusschen de algemeene Staaten, de Staaten van Holland en de Raaden nevens zyne Doorlugtigheid. De laatsten meenden den voorrang te moeten hebben, als naast tot den overleeden' behoord hebbende. De Staaten van Holland verstonden, dat hun de rang toekwam, om dat de staatsie binnen hunne Provincie gehouden werdt. De algemeene Staaten beweerden, dat zy in de eerste plaats moesten gaan, als zynde nu ten tyde de hoogste Overheid van den Lande. 't Werdt, eindelyk, dus gevonden. Terstond na de bloedvrienden, gingen de algemeene Staaten, waaronder ook de Gemagtigden van Holland waren, op hunne plaats. Hierna volgden alle de Staaten van Holland, behalve negen der kleine StedenGa naar voetnoot(y). De Raaden van zyne Doorlugtigheid gingen by de Staaten dier gewesten, van welken zy afgezonden warenGa naar voetnoot(z). Ook was, ter Vergaderinge van Holland, op eenen voorslag van 's Prinsen Hofmeester, overwoogen, of men zig | |
[pagina 537]
| |
ook, op zyne uitvaart, van de wapenen des Graafschaps van Holland bedienen zou. De Edelen, Haarlem, Delft, Leiden, Rotterdam, Schiedam, Gorinchem, Briele, Hoorn, Enkhuizen, Geertruidenberg en Heusden bewilligden hierin, uit aanmerking van 't gene men met den Prinse gehandeld hadt. Doch Dordrecht, Amsterdam, Gouda en Alkmaar konden 'er niet toe verstaanGa naar voetnoot(a): waarop het agter bleef. 't Lyk in de Kerke gebragt zynde, werdt 'er eene korte en troostelyke Lykpreeke gedaan, die met aandagt en weemoedigheid gehoord werdtGa naar voetnoot(b). Op den dag der begraafenisse, en een' dag voor en na denzelven, werden, in alle de Steden van Holland, drie maal 's daags, telken reize een half uur lang, de grootste klokken geluidGa naar voetnoot(c). Zulk een' uitgang hadt Willem, Prins vanGa naar margenoot+ Oranje en Graaf van Nassau, in den ouderdom van weinig minder dan twee-envyftig jaaren. Hy was van meer dan middelbaare lengte, bruin van gelaat en oogen, die hem zeer leevendig stonden: voorts helder en lieflyk; doch, daar 't pas gaf, ook scherp van stem. Vrolyk en aanvallig stondt, veeltyds, zyn weezen, waardoor hy veele herten won. Niet vreemd hieldt hy zig van scherts, vooral over tafel, alwaar hy, gewoon tot pragtige hofhouding, ook wel eenen duitschen dronk plagt te doen. In speelen, ryden, jaagen, vondt hy geen vermaak. By vier eg- | |
[pagina 538]
| |
te vrouwen, heeft hy twaalf Kinderen verwekt. Anna van Egmond, zyne eerste, baarde hem Filips Willem, die in Spanje gevangen zat, en Maria. By de tweede, Anna van Saxen, won hy Maurits, Anna en Emilia: by Charlotte van Bourbon, de derde, zes Dogters, Louise Juliana, Elizabet, Katharina Belgica, Flandrina, Charlotta Brabantina, en Emilia Secunda. Louise van Coligni, zyne vierde Gemaalin, baarde hem, nog geene zes maanden voor zynen dood, Fredrik HenrikGa naar voetnoot(d). Voorts liet hy eenen natuurlyken Zoon na, Justinus genoemd. Om hier breed te weiden, in het uitmeeten zyner goede of gebreklyke hoedanigheden, houd ik myne pen te zwak. De eenvoudige vertooning van zyn gedrag, in de neteligste omstandigheden, welken iemant zouden konnen voorkomen, moeten hem den leezer reeds zo na hebben doen kennen, als de Historie hem kenlyk maakt. De lof van schranderheid, bedaardheid, voorzigtigheid, naarstigheid, minzaamheid wordt hem van niemant geweigerd. Doch deeze hoedanigheden werden, door zyne vyanden, in zulk een licht beschouwd, datze hun schalkheid, geveinsdheid, listigheid en staatzugt toescheenen. De muitery tegen den Koning van Spanje, zyne hoofdmisdaad by de Spaanschgezinden, gaf, in hun oog, aan al zyn bedryf eene afzigtelyke verw. De liefde tot de Nederlanden, met naame tot Holland en Zeeland, die zyne vrienden hielden voor het | |
[pagina 539]
| |
beginsel zyner voornaamste handelingen, maakte hem, daarentegen, in hun gezigt, tot een pronkstuk onder de Vorsten, en een voorbeeld van standvastigheid, grootmoedigheid, goedhertigheid en andere verheeven' deugden. De Staaten der Vereenigde Nederlanden, een weinig aan ademtogt geraakt, ten tyde van het twaalfjaarig Bestand, hebben hem, in 't Koor der nieuwe Kerke te Delft, eene pragtige Grafstede gestigt, in welker opschriftGa naar voetnoot(e), zy hem afmaalen als eenen hersteller van vryheid en van zuiveren Godsdienst, hem, voorts, geevende den schoonsten titel, die immer eenigen Vorst te beurt viel, den titel van Vader des Vaderlands. |
|