Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijVI. Bossu zoekt Gouda, met verraad, in te krygen.De Graaf van Bossu, die zig nu te Utrecht onthieldt, bewoog, omtrent het midden van Oogstmaand, eenen Maarten Schets, om Gouda, door verraad, te bemagtigen. Schets gaf voor, van den Graave van den Berg gezonden te zyn, om de bezetting van de Stad en 't Slot te versterken, met een Vendel Knegten, waarover hy bevel voerde. Hy wist, naamlyk, dat de Heer van Zwieten den Graave van den Berge, onlangs, om meer volks geschreeven hadt: en zyn toeleg scheen, de Onroomschen in de Stad om te brengen, en de Roomschen en zyne Vrienden alleen te verschoonen. Doch in 't begin van Herfstmaand, op eenig vermoeden gevat zynde, en beleeden hebbende, dat de Lastbrief, dien hy vertoonde, valsch was, heeft hy zig, uit vreeze voor erger, in den Kerker, verhangen: waarmede de aanslag te niet liepGa naar voetnoot(f). Ga naar margenoot+ De Admiraal Boshuizen, kruissende, ten deezen tyde, langs de Zuiderzee, kwelde allermeest die van Enkhuizen, en stak, op éénen tyd, den brand in verscheiden' Wooningen buiten de Noordpoorte. Daarentegen deedt Sonoi, om Amsterdam te benaauwen, de | |
[pagina 395]
| |
Zaandammer Sluizen, Nieuwendam en andere Waterlandsche Dorpen, in Wynmaand, beschansen. De Amsterdammers zogten hem hierin, met tien groote Schepen en zes Boots, en naderhand nog met eenige branders, te hinderen. Doch zy werden zo ontvangen van de galeien, die Sonoi, uit Hoorn, Edam en Monnikendam, byeen gebragt hadt, dat zy den toeleg staaken moesten. De moed rees, sedert, den Ingezetenen van 't Noorderkwartier zo hoog, dat zy aan 't bemagtigen der Zuiderzee durfden denken, en eenige Schepen en Galeien te water bragten, om Amsterdam te versteeken van de vaart op de OostzeeGa naar voetnoot(g). |
|