Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijX. Heimelyke opening tot eene Vredehandeling.Met de eerste opening tot de Vredehandeling, die zeer heimelyk geschied was, hadt het zig, volgens de waarschynlykste berigten, op deeze wyze, toegedraagen. De Hertogin van Lotharingen, eene Dogter van Elizabet, Koninginne van Zweeden en Zuster van Karel den V, hadt zig, in de Lente deezes jaars, met verlof van Koning Henrik, uit de Nederlanden, begeven naar | |
[pagina 30]
| |
Peronne, om haaren Zoon, Hertog Karel, die de Fransche zyde hieldt, te bezoeken, en by deeze gelegenheid, eenigen voorslag tot eene Vrede te doen. Ook wordt haar, in het verdrag, welk, in de Lente des volgenden jaars, geslooten werdt, de eer gegeven, dat zy, sedert eenen geruimen tyd, aan de Vrede gearbeid hadt. Doch zy en haar Zoon waren de eenigsten niet, die deeze heimelyke onderhandeling dreeven. Zy was verzeld van den Bisschop van Atrecht. De Kardinaal van Lotharingen hadt zig vervoegd by den jongen Hertog, zynen Neef: en deeze twee Kerkelyken hadden, thans, in de Nederlanden en in Frankryk, 't voornaamsteGa naar margenoot+ deel aan 't bewind. Onder den schyn van een bezoek, tusschen de Hertoginne en haaren Zoon, vertoonde de Bisschop den Kardinaal in 't heimelyk ‘hoe leed het den Koning van Spanje deedt, dat de twee magtigste Ryken van Europa elkanderen, door een' geduurigen oorlog, verzwakten, daar men, met vereenigde kragten, de Turken, de oude vyanden der Christenheid, behoorde te keer te gaan: of, om nader by huis te blyven, de Ketters, nog erger vyanden der waare geloovigen dan de Turken, uit te rooijen. Deezen, vervolgde hy, verspreiden hun vergiftig zaad in de Nederlanden, zo wel als in Frankryk; terwyl de oorlog de Koningen belet, behoorlyk, tegen dit inkruipend verderf, te waaken. De Kardinaal, besloot hy, zou dan zynen Koning eenen zonderlingen dienst doen, en zig zelven | |
[pagina 31]
| |
eenen eeuwigen roem verwerven, zo hy eene vaste Vrede tusschen de twee Koningen wist te bewerken, op dat men, naderhand, met gemeen overleg, de Kettery, beide in Frankryk en in de Nederlanden, mogt konnen te onderbrengen. Hy, Bisschop van Atrecht, wilde hem gaarne, tot bereiking van dit oogmerk, de hand leenen, mids men, niet dan door vertrouwde Persoonen, over zulk eene gewigtige zaak, handelde, en alles geheim hieldt.’ Men wil, dat de Kardinaal smaak in 's Bisschops voorslag kreeg, en dat 'er, van toen af, eene heimelyke onderhandeling tusschen hen beide, zo over de Vrede als over het uitrooijen der Ketterye, werdt aangevangenGa naar voetnoot(w). Van de Vrede werdt ook, op last vanGa naar margenoot+ Filips, bedektelyk, door den Prinse van Oranje, gehandeld met den Constabel van Frankryk en met den Maarschalk de S. André, die beide in den slag by S. Quintin, gevangen warenGa naar voetnoot(x). En na dat men 't, met het beraamen der voorwaarden, zo verre gebragt hadt, dat de openbaare onderhandelingen konden begonnen worden, kwamen de wederzydsche Gemagtigden, in de Abtdye van Cercamp, in 't Graafschap S. Pol, in Artois, byeen. Omtrent het midden van Wynmaand, verscheenen hier, van de Spaansche zyde, Willem, Prins van Oranje, Ferdinand Alvares van Toledo, Her- | |
[pagina 32]
| |
tog van Alva, Ruy Gomes de Silva, Graaf van Melita, Anthoni Perenot, Bisschop van Atrecht, en Viglius van Zuichem van Aytta. Doch de laatste werdt, in Slagtmaand, door ziekte, genoodzaakt, naar Brussel te rug te keerenGa naar voetnoot(y). Van den Franschen kant, kwamen 'er, de Kardinaal van Lotharingen, Anne van Mommeranci, Constabel van Frankryk, Jakob d'Albon de S. André, Maarschalk van Frankryk en Markgraaf van Fronsal, Jean de Morvillers, Bisschop van Orleans, en de Geheimschryver van Staat Claude d'Aubespine. De Koningin van Engeland zondt 'er ook drie Gemagtigden: en van wege den Hertoge van Savoye, verscheen 'er Thomas Langusco, Graaf van Stropiana. De Hertogin van Lotharingen en haar Zoon woonde vredehandeling ook by. Men sloot, terstond, eenen stilstand van wapenen, voor veertien dagen, die naderhand nog tweemaal verlengd werdtGa naar voetnoot(z). Midlerwyl, scheidden de Legers, en werden, gedeeltelyk, afgedankt. 't Gene 'er, tusschen Filips en Henrik, te vereffenen stondt, scheen, in de heimelyke onderhandelingen, reeds in zo verre geregeld te zyn, dat 'er maar twee voornaame zaaken overschooten, het wedergeeven van Calais, waarop Engeland sterk drong, en de herstelling des Hertogs van Savoye. Men handelde nog over 't eerste punt, toen de dood van Koninginne Maria, de Vredehandeling, voor eenigen tyd, | |
[pagina 33]
| |
deedt staaken. De Gezanten kwamen, eerst in Sprokkelmaand des volgenden jaars, wederom byeen, te Chateau in Cambresis. De Engelschen slooten toen een afzonderlyk Verdrag met Koning Henrik, die zig verbondt, om Calais, binnen agt jaaren, wederom te zullen geeven, of zo hy dit weigerde, of, langer dan naar behooren, uitstelde, vyfhonderdduizend Kroonen aan Engeland te zullen voldoen, als eene boete voor het uitstel of de weigering; terwyl hy, 't zy de boete betaald ware of niet, evenwel gehoude zou zyn, Calais af te staanGa naar voetnoot(2). Voorts kwam men overeen, dat de Hertog van Savoye hersteld zou worden, in de bezitting van het grootste gedeelte zyner Erflanden, | |
[pagina 34]
| |
zullende Koning Henrik, die regt voorwendde op het gantsche Hertogdom, alleenlyk eenige Plaatsen blyven inhouden, tot dat het geschil, tusschen hem en den Hertog, in der minne, zou zyn afgedaan. Toen deeze twee zwaarigheden waren opgeligt, ontbrak 'er niets aan het sluiten van de Vrede tusschen Henrik en Filips, 't welk, op den derden vanGa naar margenoot+ Grasmaand, geschiedde. ‘De Koningen beloofden elkanderen, den Katholyken Godsdienst te zullen handhaaven’, waardoor men, waarschynlyk, de uitrooijing der Ketteryen verstondt, die toen reeds bestemd schynt geweest te zyn. ‘Ook zouden zy het houden eener algemeene Kerkvergaderinge helpen bevorderen. Wyders zouden de wederzydsche Onderdaanen, vreediglyk en vryelyk, met malkanderen konnen handelen, en de Plaatsen, die de een van den anderen gewonnen hadt, zou men elkanderen wederom moeten afstaan.’ De overige punten betroffen de Nederlanden niet; een alleen uitgenomen, waarby een Huwelyk werdt geslooten tusschen Filips en Elizabet, Dogter van Koning HenrikGa naar voetnoot(a). Ten zelfden dage, werden, by een byzonder Verdrag, verscheiden' Nederlandsche en andere Heeren, in 't bezit hunner verlooren' of onthouden' goederen, hersteld.Ga naar margenoot+ Willem van Nassau bekwam, onder anderen, nu eerst zyn Prinsdom Oranje, waarvan hy, tot hiertoe, versteken geweest wasGa naar voetnoot(b). |
|