Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIII.
| |
[pagina 424]
| |
van Mets, welk hem geweldige schatten en veel volks gekost hadt, vrugteloos, op te breeken. De Protestanten in Duitschland hadden ook merkelyke voordeelen op hem behaald, en hem tot het tekenen der Passausche Vrede genoodzaakt. Men zeide, derhalven, dat hy, gelyk de gelukkige dobbelaars, 't spel hadt willen afbreeken, toen het hem begon tegen te loopen, geenen zin hebbende, om zyn geluk te overleeven. Men voegde 'er by, dat hy, heet naar roem, door het afstaan der Heerschappye, eenen lof zogt, dien hy, door de wapenen, niet meer verkrygen, noch zelfs behouden kon. Anderen, daarentegen, merkten 's Keizers afstand aan, als een louter uitwerksel zyner Godvrugtigheid. Zy waren van gedagten, dat hy, zyne gezondheid ziende afneemen en zyn einde naderen, ernstige aanmerkingen hadt beginnen te maaken, over de zonden zyns voorgaanden leevens; welken hy, buiten 't gewoel der weereld, in eenzaamheid zou hebben willen betreuren, en door boete uitwisschen. Vooral, wil men, dat hem gesmert hebbe, dat hy zig, tegen zyne belofte, aan den Paus gedaan, met Henrik den VIII, Koning van Engeland, verbonden hadt; dat hy het Interim, in Duitschland, hadt zoeken in te voeren, en dat hy Paus Klemens den VII, eenen tyd lang, gevangen hadt gehouden. Wegens zulke en andere euveldaaden, wilde hy, die oordeelde, dat 'er, tusschen de bezigheden deezes leevens, en den dag des doods, zekere tyd behoorde te verloopen, in stilte, zegt men, boete doen. Sommigen gaan zelfs zo ver, dat zy geoor- | |
[pagina 425]
| |
deeld hebben, dat het voorneemen, om zig van de Heerschappye te ontslaan, den Keizer, uit den Hemel, was ingegeven. Eindelyk, willen eenigen, dat 'er verscheiden' oorzaaken hebben samengeloopen, om 's Keizers voorneemen te vestigen, en ter uitvoering te doen brengen. En deezen schynen my, inderdaad, de waarheid naast getroffen te hebben. Een beginsel van Godvrugtigheid, naar 't begrip, welk de Keizer zig van den Godsdienst maakte, heeft hem, al voor eenen geruimen tyd, op het afstaan der Heerschappye doen bedagt zyn; en verscheiden' andere bykomende oorzaaken, die ieder op zig zelve hiertoe niet in staat zouden geweest zyn, deeden hem dit voorneemen, ten deezen tyde, ter uitvoeringe brengen. 't Was reeds een jaar geleeden, dat hy zig eene aftekening hadt doen overzenden van eene wooning, welke hy, aan een Klooster van S. Joost, by Piacenza in Spanje, op de Portugalsche grenzen gelegen, wilde doen stigten. Hy hadt deeze aftekening goedgekeurd, en aan sommigen te verstaan gegeven, dat hy hier zyne overige dagen, in stilte, wilde doorbrengen. Van toen af, werdt zyn voorneemen rugtbaar. Doch 't hadt hem, al veel vroeger, zelfs midden in den loop zyner overwinningen, door de gedagten gespeeld. In zynen Uitersten Wil, te Augsburg, in 't jaar 1548 gemaakt, gewaagt hy reeds van den voorgenomen afstand der Heerschappye. Ja, toen Don François de Borgia, Hertog van Gandia, hem, in 't jaar 1542, zyn voorneemen, om 't Hof en de weereld te verlaa- | |
[pagina 426]
| |
ten, bekend maakte, hadt hy den Hertoge reeds in 't vertrouwen te kennen gegeven, dat hy diergelyk een voorneemen hadt, en het zou uitvoeren, zo dra zyn Zoon, Filips, in staat zyn zou, om zelf te regeeren. Sedert, hadt hy gepoogd, Filips tot Roomsch-Koning te doen verkiezen, op dat hy hem ook de Keizerlyke waardigheid zou konnen afstaan. Doch deeze toeleg mislukt zynde, arbeidde hy, om hem of zyne Kinderen, op den Troon van Engeland, te vestigen, waartoe, door het Huwelyk met Maria, hoop gegeven werdt. 't Verdwynen deezer hoop gaf, zo men wil, nu de eerste aanleiding, tot het voltrekken van 's Keizers voorneemen. Filips, geene Kinderen verwagtende uit zyn Huwelyk, trok zyne genegenheid geheellyk af van de Koninginne en van Engeland. Ook werdt hy met den nek aangezien van de Engelschen, die hem geen' Koning maar Man der Koninginne noemden. Men verhaalt, dat hy, hierover aan zynen Vader klaagende, hem te gelyk zou vermaand hebben, tot den afstand der Nederlanden, dien hy wist op handen te zyn. En 't is niet onwaarschynlyk, dat zulk eene vermaaning den Keizer, die zyns Zoons gezag staande houden en vermeerderen wilde, 't genomen besluit spoediger heeft doen uitvoeren. Veelligt, heeft de onlust over den tegenspoed zyner wapenen, hiertoe ook medegewerkt; schoon dezelve, in Italie, zo groot niet was, en in de Nederlanden, door het bemagtigen van Terouanne en Hesdin, was verzoet geworden. Behalven dat Henrik de II, zo wel als hy, buiten staat geraakt was, | |
[pagina 427]
| |
om den oorlog sterk voort te zetten. De jigt, die den Keizer, na dat hy vyftig jaaren bereikt hadt, schier zonder tusschenpoozing, kwelde, heeft hem, waarschynlyk, ook aangezet, om de uitvoering van 't gemaakt besluit niet langer uit te stellenGa naar voetnoot(r). |
|