Vaderlandsche historie. Deel 5

XXII.
Karel de V. draagt het gebied der Nederlanden over aan zynen Zoon Filips.

In den Herfst des jaars 1555, hadt de Kei-

[p. 423]

zer een gewigtig voorneemen beginnen te voltrekken, welk hem, reeds voor eenige jaaren, door de gedagten, gespeeld hadt; doch nu eerst vastgesteld en uitgevoerd werdt. Ik spreek van den afstand van alle zyne Staaten en Heerlykheden, het Keizerryk zelf niet uitgeslooten, om het overig gedeelte zyner dagen in een Klooster te slyten, en zig daar, met een inkomen van niet meer dan honderdduizend Kroonen 's jaars, te behelpen. Het uitvoeren van zulk een ongewoon voorneemen deedt de gantsche weereld verbaasd staan. 's Keizers afstand hadt ook zo veel invloed op den staat der Nederlanden, dat ik my verpligt agt, de omstandigheden deezer zonderlinge gebeurtenis uitvoeriglyk te boek te stellen, en de redenen naar te spooren, die den Keizer, vermoedelyk, tot dit vreemd besluit, gebragt hebben.