Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 420]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Imposten, op eenen anderen en eenpaarigen voet, te doen heffen. Tot hiertoe, waren, in de Steden,Ga naar margenoot* Inzamelaars van 's Lands Imposten aangesteld geweest, die, dit jaar, Rekening deeden voor Gedeputeerden der Staaten, welker Byeenkomsten de eerste aanleiding schynen gegeven te hebben tot de instelling van een Kollegie der Gekommitteerde Raaden, welk, in laater' tyd, het bewind over 's Lands Imposten gehad heeft. De meeste Steden hadden maar éénen; doch sommigen verscheiden' Inzamelaars, waaruit eenige ongegeregeldhedenGa naar margenoot+ reezen. Men hadt, by 't doen hunner Rekening, bevonden, dat de Impost op de Wynen en Bieren, in 't voorleeden jaar, op verre na,Ga naar voetnoot(7) nog geene twintigduizend Ponden van veertig grooten hadt opgebragt: 't welk den Edelen en eenigen Steden veel te weinig scheen. Zy oordeelden, derhalven, dat 'er meer van 's Lands Imposten komen zou, wanneer dezelven niet, tot groote kosten van 't Land, ingezameld, maar, gelyk, in sommige Steden, al voor veele jaaren, ten opzigte der Excynzen, te geschieden plagtGa naar voetnoot(o), in 't openbaar, verpagt werden. De Edelen in 't byzonder hadden, in de jongste Bede, niet willen bewilligen, dan onder uitdrukkelyk beding, dat de Impost, in alle de Steden, jaarlyks, zou moeten worden verpagt. Haarlem, Delft, Leiden en Gouda stemden, terstond,Ga naar margenoot+ met de Edelen. Doch Dordrecht en Amsterdam maakten, in 't eerst, eenige zwaarigheid. DeGa naar margenoot* Inzameling der Imposten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 421]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geschiedde, in deeze Steden, door Leden van de Vroedschap, die, veelligt, hun belang zo wel niet, by de verpagting, meenden te zullen vinden. Evenwel, gaven de twee Steden voor, dat zy by de inzameling blyven wilden, om dat 'er meer van kwam, dan zy van de verpagting konden verwagten. Doch zy lieten zig, eerlang, overstemmen. Men ontwierp, vervolgens, eene Ordonnantie op de verpagting, en een Berigtschrift voor de Kommissarissen uit de Edelen en Steden, die dezelve doen zouden. Jakob van der Duin, Heer van Spange, werdt, nevens twee Gemagtigden uit de Steden Dordrecht en Gouda, gesteld, om binnen Dordrecht, Gouda, Gorinchem, Woudrichem, Heusden, Asperen, Heukelom, Leerdam, Zevenbergen, Geertruidenberg, Schoonhoven en Ysselstein te verpagten. Heer Willem van Lokhorst, Ridder, moest, met die van Delft en Leiden, de verpagting doen binnen Delft, Leiden, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, den Haage, Woerden en Oudewater. Heer Jakob van Duivenvoorde, Heer van Obdam, Ridder, en die van Haarlem en Amsterdam deeden de verpagting binnen Haarlem, Amsterdam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Medenblik, Edam, Monnikendam, Naarden, Weesp en Muiden. De Wethouders der Steden, daar de verpagting geschiedde, waren, by het doen derzelve, ook tegenwoordig. Men maakteGa naar margenoot+ 'er, kort na Paaschen des volgenden jaars, eenen aanvang mede. En men bevondt, dat 'er, in 't eerste jaar, verre over de veertigduizend Ponden, dat is, meer dan tweemaal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 422]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zo veel van 's Lands Impost kwam, by wege van verpagting, als te vooren, by wege van InzamelingGa naar voetnoot(p). Wy voegen, hier onder, eenen lyst van den beloop der eerste verpagtinge van deezen Impost, in de voornaamste Steden, waaruit men derzelver grootheid en vermogen, ten deezen tyde, eenigszins afneemen kanGa naar voetnoot(8). Wy moeten egter aanmerken, dat men, aan eenige Pagters, al terstond, eenigen afslag geeven moestGa naar voetnoot(q). Van deezen tyd af, is het verpagten van 's Lands gemeene middelen in geduurig gebruik gebleeven, tot dat, in den jaare zeventienhonderd agtenveertig, niet lang voor het uitgeeven deezer Historie, alle Pagteryen, op eens, zyn afgeschaft geworden. Doch 't wordt tyd, dat wy, Holland verlaatende, tot zaaken, die de Nederlanden in 't gemeen betroffen hebben, wederkeeren. |
|