Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIX.
| |
[pagina 417]
| |
delinge, wederom aangevangen. De Franschen voorzagen Mariemburg van voorraad, zonder dat het, door 't Keizerlyk Leger, welk by Givet lag, belet kon worden. Willem, PrinsGa naar margenoot+ van Oranje, viel, daarentegen, in Pikardye, en versloeg hier deGa naar margenoot* Leenmanschap van Frankryk, die hem 't hoofd gebooden hadt. Midlerwyl, was de pest in 't Keizerlyk Leger geslaagen, en hadt, onder andere braave Krygsluiden,Ga naar margenoot+ den beroemden Maarten van Rossem, die lang tegen en voor den Keizer gediend hadt, in 't graf gerukt. Deeze ramp noodzaakte Karel den V. zyne benden, vroeger dan naar gewoonte, de winterlegeringen te laaten betrekkenGa naar voetnoot(k). In Italie, alwaar Julius de III. in Lentemaand overleeden, en eerst door Marcel den II. en drie weeken laater, door Paulus den IV. opgevolgd was, waren de Keizerlyke wapenen, in 't begin van den veldtogt, voorspoediger geweest, dan omtrent het einde; doch daar, noch in de Nederlanden, was iets beslissends voorgevallen. Men begon dan wederom van vrede te spreeken. De wederzydsche Gevolmagtigden kwamen, in de Abtdye van Vaucelles, by Kameryk, byeen. Doch hier werdt, op den vyfdenGa naar margenoot+ van Sprokkelmaand des volgenden jaars, alleenlyk een Bestand voor vyf jaaren geslootenGa naar voetnoot(l). |
|