Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIII.
| |
[pagina 401]
| |
mand warenGa naar voetnoot(m). Zulk eene Vloot, tweeentwintig schepen sterk, keerde, in Oogstmaand deezes jaars, uit Spanje, naar Nederland te rug. Voor Douvres, ontmoetten haar negentien groote en zes kleine Fransche schepen; die de Nederlandsche Vloot zo dra niet in 't gezigt gekreegen hadden, of zy zogten dezelve aan boord te klampen, en te bemagtigen. De Nederlanders, bedugt voor 't verlies hunner goederen, en bekwaamer om van verre en met grof geschut te stryden, ontweeken, daarentegen, de vyandlyke Schepen, midlerwyl vinnig vuur geevende, op dezelven. Zy konden egter niet beletten, dat vyftien Fransche zig aan vyftien Nederlandsche Schepen vast maakten. Toen werdt 'er hevig, van wederzyde, gevogten. De stryd duurde, van 's morgens ten negen uuren, tot drie uuren na den middag. De Franschen, toen ziende, dat zy, schoon veel sterker van manschap, de Nederlandsche Vloot zo ligt niet meester worden zouden, als zy gedagt hadden, sloegen eenen stilstand van wapenen voor. Doch de onzen hadden hier geene ooren naar. Sommigen verhaalen, dat de Franschen toen den brand staken in hunne eigen' zeilen, om de onzen dus te noodzaaken, tot het staaken van 't gevegt. Doch anderen willen, dat de Nederlanders, uit wanhoop, 't vuur in hun eigen buskruid hebben geworpen. Hier in stemmen de Schryvers overeen, dat de vlam, eerlang, in de wederzydsche Vloote, zo fel voortsloeg, dat veelen, om hun lyf te behouden, | |
[pagina 402]
| |
in zee sprongen, aan boord zwommen van de naaste Schepen, en, van vriend en vyand, zonder onderscheid, geborgen werden. Doch de Nederlanders, die een groot getal van Franschen hadden ingenomen, betaalden hunne gedienstigheid duur. De Franschen, bespeurende, dat zy de sterksten waren op sommige Schepen, overmeesterden dezelven, en bragtenze te Diepe op. 't Gevegt werdt egter niet wederom hervat. De Franschen hadden 'er zes schepen by verlooren, door den brand. Een was 'er in den grond geschooten. Van de Nederlandsche Schepen waren 'er ook zes verbrand, en vyf genomen. Over 't getal der gesneuvelden verschillen de Schryvers. Sommigen willen, dat de Franschen driehonderd en de Nederlanders duizend man verlooren haddenGa naar voetnoot(n). De onzen schryven dit laatste verlies den Franschen, het eerstgemelde den Nederlanderen toeGa naar voetnoot(o). |
|