Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijIII.
| |
[pagina 368]
| |
namen zy verscheiden' Visschers, in de NoordzeeGa naar voetnoot(n). De la Garde, Admiraal der Fransche Galeien, taste, in Oogstmaand, vierentwintig groote Koopvaardyschepen aan, die, uit Zeeland, naar Spanje wildenGa naar voetnoot(o), en bemagtigde 'er vyftien van: welker verlies op eenentwintig tonnen schats begroot werdt, en Hoorn en Enkhuizen zeer zwaar drukteGa naar voetnoot(p). Zelfs werden, te Hamburg, Oorlogschepen, voor Fransche rekening, uitgerust. Ook was men bedugt, voor eenen aanslag op Walcheren. Hier te lande, waren zo weinige Oorlogschepen in gereedheid, dat de Haringvisschers, verzogt om een gulden van 't Last, tot bescherming der Visscherye, toe te staan, zig, door dezelven, niet beveiligd oordeelden, en de meesten de Haringvaart, dit najaar, staakten. Ook kwam 'er verbod op, van wege der Landvoogdesse; 't welk egter, door sommigen, werdt overtreden, die, naderhand, door den Prokureur Generaal, in regten, betrokken werdenGa naar voetnoot(q). Op de tyding dat men, in Oogstmaand, eenige Nederlandsche goederen, in Frankryk, hadt aangehoudenGa naar voetnoot(r), volgdeGa naar voetnoot(3) de Verbeurdverklaaring van alle Fransche goederen, in de Nederlanden, nevens een uitdruklyk bevel aan alle Franschen, die hier geen jaar vaste wooning gehad hadden, om 't Land te ruimenGa naar voetnoot(s): | |
[pagina 369]
| |
en weinige dagen laaterGa naar voetnoot(4), werdt de oorlog, te water en te lande, aan Frankryk verklaard. |
|