Vaderlandsche historie. Deel 5

XXX.
Dood van den Heer van Granvelle.

Ter deezer Stede, was, in Oogstmaand deezes jaars 1550, aan eene sleepende ziekte overleeden Nikolaas Perenot, Heer van Granvelle^(c), van wien wy, in het voorgaande gedeelte deezer geschiedenissen, nu en dan, gewag hebben gemaakt. Hy was, twintig jaaren agtereen, een Lid van den geheimen

(c) Chron. van E. de Veer f. 115.

[p. 358]

Raad geweest, en in veele netelige zaaken van Regeeringe gebruikt. Sommigen willen, dat de jonge Prins van Oranje aan Perenot moest dank weeten, dat hem dit Prinsdom was toegekend, alzo eenige Leden van den geheimen Raad, met naame de President Lodewyk van Schoore, dreeven ‘dat een Ketters Zoon, gelyk Willem van Nassau was, geen regt op⁺ het zelve hebben kon^(d).’ Antoni Perenot, Zoon van Nikolaas, die den Geestelyken staat verkooren hadt, en tot Bisschop van Atrecht was verheeven, was, sedert eenen geruimen tyd, ook zeer gezien geweest, ten Hove. Eenige jaaren laater, kreeg hy 't voornaam bewind der Regeeringe in handen^(e), en heeft toen zo veel gerugts in de Nederlanden gemaakt, dat wy niet hebben willen nalaaten, hier, in 't voorbygaan, aan te tekenen, wanneer hy in aanzien begon te komen.

+ Opkomst van zynen Zoon, den Bisschop van Atrecht.

(d) Van der Haar Init. Tumult. Belg. Libr. I. Cap. IX. p. 125.

(e) Pont. Heuter. Rer. Austriac. Libr. XIII. p. 606.