Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIII.
| |
[pagina 278]
| |
Eindelyk, besloot hy, op den Landdag te te Spiers, die, in 't begin des jaars 1542, gehouden was, de Stad Trente, gelegen op de grenzen van Duitschland, tot het houden der Kerkvergaderinge, voor te slaan. En schoon de Protestanten geen genoegen in de Plaats namen, noch konden goedkeuren, dat de Paus de Kerkvergadering byeen riep, liet hy egter niet na, de Bulle van Uitschryving, naar alle oorden, af te zenden. Ook vaardigden hy en de Keizer hunne gezanten naar Trente af: doch zy keerden wederom te rug, na verloop van eenige maanden, zonder iets verrigt te hebben, Karel de V. en François de I. waren, by het Verdrag van Crespi, onder anderen, overeen gekomen, om den Paus, tot het samenroepen der Kerkvergaderinge, te dringen. Doch Paulus de III, de lugt krygende van dit voorneemen, en niet gezind, om den Vorsten de eer te geeven van de bevordering der Kerkhervorminge, die hy zig zelven, als Hoofd der Kerke, alleen wilde toegeschreeven hebben, besloot hen te voorkomen, en terstond na dat hy kennis van de geslooten' Vrede gekreegen hadt, de Kerkvergadering wederom te Trente byeen te roepen, tegen den vyftienden van Lentemaand des aanstaanden jaars 1545Ga naar voetnoot(b). Ga naar margenoot+ Midlerwyl, werden de voorige Plakaaten tegen de Ketters, in Holland, wederom vernieuwd. Ook gaf de Keizer den Bisschop van Utrecht Oktroi, om alle Geestelyken onder | |
[pagina 279]
| |
zyn Bisdom, welken hy verdagt hieldt van Ketterye, te mogen doen vatten, en hen, te Utrecht, te regt te mogen doen stellen, zonder, hierin, tegen 's Keizers hoogheid of tegen 's Lands Privilegien en Vryheden, te misdoenGa naar voetnoot(c). Doch 't gene, over de uitvoering van dit Oktroi, in Holland, in Herfstmaand deezes jaars, ter Staatsvergaderinge, voorviel, gaf klaarlyk te verstaan, dat men hier niet gezind was, zo groot een voorregt over 's Lands Ingezetenen, in den Bisschop, te erkennenGa naar voetnoot(d). De Vrede met Frankryk zou de ScheepvaartGa naar margenoot+ deezer Landen wederom hebben doen bloeijenGa naar voetnoot(e), zo de Engelschen, die nog met Frankryk in oorlog waren, den handel niet merkelyk belemmerd hadden. In Louwmaand des jaars 1545, was 'er eene aanzienlyke Vloot Koopvaardyschepen, uit Holland en Zeeland, en van Antwerpen, naar Frankryk, onder zeil gegaan, om Wynen te haalen; doch zyGa naar margenoot+ verviel, grootendeels, in de handen der Engelschen, die de schepen en goederen egter eerlang, op het aanhouden van den Heere van Molembais, 's Keizers Gezant in Engeland, wederom vry geeven moesten. Eer de Vrede tusschen Frankryk en Engeland nog geslooten was, bragten de Engelschen ook, nu en dan, een Fransch schip in Zeeland opGa naar voetnoot(f). Doch 't sluiten van de Vrede deedt deeze vyandlykheden ophouden. | |
[pagina 280]
| |
De Kerkvergadering van Trente, die tegen Lentemaand deezes jaars beschreeven was,Ga naar margenoot+ werdt eerst in Wintermaand geopend, en in 't eerst alleen door eenige Spaansche en Duitsche, doch meest Italiaansche Bisschoppen en Godgeleerden bygewoond. Agt Zittingen hieldt deeze Kerkvergadering, tot in Lentemaand des jaars 1547; wanneer Paulus de III, zeer verstoord op de Spanjaards, die zyne en der Italiaanen inzigten geduurig dwarsboomden, besloot, de Kerkvergadering, huns ondanks, naar Bononie, te verplaatsen. Ondertusschen hadt een getal van vyftig, zestig, zeventig, of ten hoogsten negentig Kerkelyken, meest allen voorgeevende de algemeene Kerk te vertoonen, konnen besluiten, in deeze agt zittingen, verscheiden gewigtige Leerstukken, over welken men met de Protestanten geschil hadt, te beslissen, en hunne uitspraaken, met vervloekingen, te bestempelen. 't Stuk der Regtvaardigmaakinge, met het gene 'er aankleeft, werdt, in de zesde zitting, beslist; toen 'er niet meer dan vyfenveertig Godgeleerden, op de Kerkvergadering, warenGa naar voetnoot(g). Toen 't stuk der Sakramenten, in de zevende zitting, beslist werdt, waren 'er niet meer dan zestig Bisschoppen en dertig Godgeleerden tegenwoordigGa naar voetnoot(h). Zelfs merkte de Jezuit Lainez, in 't jaar 1562, op deeze zelfde Kerkvergadering van Trente, aan, dat de gewigtigste Geloofsstukken, de Kanonyke Schriften en 't gezag der Overleverin- | |
[pagina 281]
| |
gen betreffende, in 't jaar 1547, door minder dan vyftig Bisschoppen, waren beslist gewordenGa naar voetnoot(i). De Protestanten hadden zig, hoe zeer 'er de Keizer op aanstondt, niet naar Trente willen begeeven, en na 't verplaatsen der Kerkvergadering naar Bononie, was 'er nog minder reden, om hen te verwagten. Ook bleeven de meeste Leden der Kerkvergaderinge, te Trente. Te Bononie, werden niet meer dan twee zittingen gehouden, waarin men niet goedvondt, iets vast te stellenGa naar voetnoot(k). Sedert, bleef de Kerkvergadering opgeschort, tot dat zy, onder Paus Julius den III, in 't jaar 1551, te Trente, wederom hervat werdt. Wy zullen 'er, op dat jaar, nog een woord van gewaagen moeten. |
|