Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijX.
| |
[pagina 265]
| |
Edelen kwamen hooger niet, dan tot honderd en twintigduizend guldens. Dordrecht slegts tot negentig; Haarlem tot tagtig; Leiden en Gouda tot honderdduizend, mids allen genietende de gewoonlyke kortingen. Amsterdam weigerde te stemmen, zo lang men geen middel gevonden hadt, om de zestigduizend guldens, in 't jaar 1542, verzegeld, op te brengen, 't welk toen nog niet geschied was. De Steden waren wel overeen gekomen, om deeze zestig, benevens zekere vyfenzeventig, en honderd en twintigduizend guldens, in 't jaar 1543, ingewilligd, uit de nieuwe Imposten, te vinden; doch zy wilden van deeze sommen negentigduizend guldens ten laste van 't platte land brengen, en alleen op den Bruikweer doen omslaan: ook begeerden zy, dat de Edelen, Kloosters en andere vryen, die niet in de Schildtalen droegen, in den Excyns van Wynen en Bieren, die voortaan alleen, doch slegts in de groote en kleine Steden, geheeven zou worden, zo wel zouden draagen, als de groote en kleine Steden; welken dan 't overschot der genoemde somme, ten haaren laste, zouden neemen, mids men den Haage, die nu, door 't vermenigvuldigen der Dagvaarten aldaar, sterk begon toe te neemen, voor eene kleine Stede rekende, en den Impost nergens hooger stelde, dan in de Steden, daar men grooten Excyns gaf. Doch de Edelen hadden, tot hier toe, in dit ontwerp der Steden, als 't welk zy oordeelden, hen te zeer te bezwaaren, niet willen bewilligen. Ook smaakte het der Landvoogdesse niet. Eerlang kwamen egter de Edelen | |
[pagina 266]
| |
en Steden, Delft uitgenomen, overeen, dat de Edelen en Kloosters langer geen Excyns zouden betaalen, dan tot dat men de negentigduizend guldens zou hebben opgebragt. Doch de Landvoogdes nam ook hierin geen genoegen. Ook bleeven de Staaten, over de Bede, nog oneenig. De Leden kwamen wel wat hooger; doch vorderden voorwaarden, onder anderen het afdoen van den honderdsten penning op de uitgaande Koopmanschappen, tot welken, de Landvoogdes niet wilde verstaan. De Prins van Oranje drong hen toen tot verdere bewilliging. En 't zou gelukt zyn, zo de Landvoogdes de nieuwe Imposten, welken, in Holland, alomme aan 't water leggende, niet zonder zwaare kosten, konden worden ingezameld, zouden de sluikeryen geweerd worden; hadt willen afdoen. Van Wynen en Bieren, wilde men blyven betaalen. Doch Oranje hadt geen' last, om zo veel toe te geeven. In Lentemaand, kwamen de Staaten te Brussel, daar men den Leden, afzonderlyk, aanging, om hen tot bewilliging te beweegen. De President van Schoore vertoonde den Edelen, onder anderen, dat het hem vreemd dagt, dat zy op de afschaffing des honderdsten pennings drongen, daar zy immers geen belang altoos by den Koophandel hadden. Ook was 't waar, dat zy dit, alleen ten verzoeke der Steden, hadden willen bedingen. Men haalde hen, eindelyk, over, om in honderd en tagtigduizend guldens te bewilligen, mids gevolg hebbendeGa naar margenoot+ van de Steden. Doch deezen waren verder niet dan tot honderd en vyftigduizend guldens te | |
[pagina 267]
| |
brengen: en de Landvoogdes verklaarde, den negenden van Grasmaand, zig daar mede te vrede te zullen houden. Het Verdrag met Deenemarke stondt toen op een' goeden voet, 't welk haar, naar 't schynt, gemaklyker maakte. De ingewilligde somme zou worden gevonden, voor de helft op de Schildtalen, waarin de Steden, kleinen en grooten, de gewoone kortingen zouden genieten, en voor de wederhelft op de Morgentalen, twee deelen ten laste van den Eigenaar en een deel ten laste van den Bruiker. Geestelyken, Edelen en vryen, woonende binnen de Plaatsen, onder de Schildtalen begreepen, zouden 'er, zo wel als andere Ingezetenen, toe moeten draagen. De Edelen hadden hier wel veel tegen gehad, en zelfs den Prinse van Oranje vertoond, hoe veel belang hy hadt, ter oorzaake zyner aanzienlyke goederen, in Holland gelegen, om te bewerken, dat de Steden haaren zin niet kreegen. Doch deezen hadden 't 'er weeten door te haalen, en zelfs bewerkt, dat haar Ontwerp, om den nieuwen Impost te hebben afgeschaft, ten Hove, eindelyk, werdt goedgekeurdGa naar voetnoot(d). |
|