Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXVIII.
| |
[pagina 192]
| |
op den tweeden van Grasmaand deezes jaars 1540, overleedenGa naar voetnoot(u). En in Herfstmaand daarnaGa naar voetnoot(v), droeg de Keizer het Stadhouderschap den Prinse van Oranje op. In zynen lastbrief, die in 't walsch geschreeven, en den vierden van Wynmaand getekend was, en op welken hy, den zesden, te Brussel, den eed deedtGa naar voetnoot(w), voert hy den naam van Stadhouder-Generaal over Holland, Zeeland, Friesland [dat is, Westfriesland] en Utrecht, Voorne en den BrieleGa naar voetnoot(x). 't Land van Voorne en den Briele werdt afzonderlyk genoemd, om dat 'er verschil viel, of het tot Holland, of Zeeland behoorde, of wel, als eene Landstreek op zig zelve, moest aangemerkt worden. Voorts krygt hy magt, om, daar 't noodig zyn zou, de Burgemeesters, Schepens en Wet te vernieuwen, gelyk van ouds; wagt te doen houden in de Steden en sterkten, en de Staaten, tot verdediging en beveiliging des Lands, te doen beschryvenGa naar voetnoot(y): byzonderheden, die men, te vooren, niet in de lastbrieven der Stadhouderen plagt te stellen. De nieuwe Stadhouder van Holland was, kort voor zyne verheffing, in de Egt getreden met Anna, Dogter van Antoni, Hertog van LotharingenGa naar voetnoot(z), die de Gelderschen, ten minsten in schyn, Willem van Gulik hadden toegeschikt. In Herfstmaand des volgenden jaars, kwam hy eerst in Holland, alwaar hy, tot groot genoe- | |
[pagina 193]
| |
gen der Staaten, zyne vaste wooning verkoor, en, volgens gewoonte, ter Pleitrolle van den Hove, zitting namGa naar voetnoot(a). Omtrent deezen tyd, stierven, hier te lande, nog twee voornaame mannen, welker dood hier verdient geboekt te worden. Floris van Egmond, Graaf van Buuren, die lang Kapitein-Generaal geweest was, overleedt, te Buuren, op den vierentwintigsten van Wynmaand des jaars 1539Ga naar voetnoot(b). Zyn Zoon, Maximiliaan, volgde hem op, in zyn Graafschap. De Admiraal Adolf van Bourgondie, Heer van Beveren en Veere, stierf, insgelyks, op den zevenden van Wintermaand deezes jaars 1540. Hy hadt ook eenen Zoon, Maximiliaan genaamd, die hem niet slegts in zyne Heerlykheden opvolgde; maar ook, door den Keizer, met de waardigheid van Admiraal bekleed werdtGa naar voetnoot(c). Wy zullen hem, eerlang, ook Stadhouder van Holland zien. |
|