Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIII.
| |
[pagina 102]
| |
onderstand zy van ieder derzelven te wagten zou hebben. Doch de opgevatte vrees verdween, eer de Staaten nog byeen gekomen waren. Men handelde egter van de Unie en van eenige andere punten, onder anderen, van 't gebruiken van Spaansche, in plaats van Engelsche Wolle, hier te lande; waartoe de Keizer, als Koning van Spanje, goede gelegenheid geeven konGa naar voetnoot(z). Doch men oordeelde hier toen, dat men de Engelsche Wolle niet missen kon. Ook werdt 'er, omtrent de Unie, niets geslooten. De Stadhouder, twaalfduizend guldens verschooten hebbende, tot betaalinge der Knegten, die op de Oostersche Vloot gediend hadden: en nog duizend guldens, aan Granvelle en anderen, die 't afschaffen van 't verlofgeld op 't Kooren, en eenige andere voordeelen voor Holland hadden helpen bewerken; verzogt deswege, in Oogstmaand des jaars 1534, vergoeding van 's Lands Staaten, die hy terstond verkreegGa naar voetnoot(a). Mooglyk maakte hy hier te meer haast mede, om dat hy wist, dat het uitgaand Kooren haast wederom belast worden zou; wanneer hy, veelligt, zyn verschot zo gemakkelyk niet wederom zou gekreegen hebben. |
|