Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijIII.
| |
[pagina 11]
| |
den de Leden zeer ongenegen, om in dezelve te bewilligen. Zy verklaarden eenpaariglyk ‘dat het hun ongeraaden scheen, verzegelingen te doen, op toekomende Beden, die zy vreesden, dat geduurig verhoogd zouden worden, om de Renten te vinden, terwyl men hun, met de Hoofdsom, bezwaard zou laaten.’ De Gemagtigden derGa naar margenoot+ Landvoogdesse, die hier tegenwoordig waren, antwoordden ‘dat de andere Nederlanden in eene buitengewoone Bede bewilligd hadden, om den Keizer uit zyne schulden te helpen; doch dat men Holland slegts eene verzegeling afvergde, om 't Land minst te bezwaaren: wilden de Staaten hierin niet bewilligen; zy hadden te dugten, dat men hen boven ontbieden zou, daar hun zwaarer last dan zy verwagten konden, zou worden opgelegd.’ De Staaten, verstoord over deeze bedreiging, spraken, op hunne beurt, ook uit de borst. Dordrecht, Haarlem en Delft hadden, te vooren al, voorgeslaagen, dat de Keizer, schulden hebbende, zyne Domeinen in Holland behoorden te belasten. Doch anderen hadden hiertegen ingebragt, dat hy zig minder aan zyn Graafschap zou laaten gelegen zyn, als hy 'er geene Domeinen hadt. Nu antwoordden de Staaten eenpaariglyk ‘dat de Keizer nog in geen' grooten nood was, zo lang hy zyne Domeinen niet belasten wilde; dat men hun wel veel kon afeischen, doch dat daar redelyk weigeren tegen stondt; dat men, hen boven beschryvende, niets vorderen, en groote kosten veroorzaaken zou; dat zy schriftely- | |
[pagina 12]
| |
ke belofte hadden, dat men hun geene nieuwe Bede, tot betaaling van Knegten, opbouwing van Sterkten, en diergelyke onkosten van den voorigen Kryg meer doen zou.’ 't Slot was, dat zy niet bewilligen zouden, zo men hun, vooraf, geene Brieven toonde, vervattende de voorwaarden, op welken deeze Bede gedaan werdt. Ga naar margenoot+ De Staaten hadden groote reden, om weigerig te zyn. Zy waren reeds met vyfhonderdduizend ponden belast, die de Keizer, tegen zyne beloften, niet loste. Ook vreesden zy, met grond, dat hun voorbetaaling eener ingewilligde Bede zou afgevergd worden, insgelyks tegen beloften, uit 's Keizers naam,Ga naar margenoot+ aan hun gedaan. Hier kwam nog by, dat de Keizerlyke Gemagtigden, sedert eenigen tyd, bezig geweest waren, om nieuwe Quohieren van Verpondinge te maaken, 't welk zy vreesden, tot belasting van 't Gemeen, te zullen strekken; schoon de Landvoogdes verklaard hadt, dat het enkelyk geschiedde, om Delft en anderen Steden, die klaagden, dat zy te hoog in de Schildtalen stonden, zo wel als veelen Dorpen verligting toe te brengen. Doch de uitvoering van dit ontwerp bleef steeken. De Staaten bleeven met by hunne weigering. In Slagtmaand, te Mechelen beschreeven zynde, werden hun zulke beloften gedaan, dat zy in de geëischte Bede bewilligden Amsterdam alleen, boven de andere Steden zwaar belast met 's Keizers schulden, bleef nog weigerig, tot den laatsten van Wintermaand, wanneer deeze Stad, nevens de andere Leden, tot de verzegeling stemde. | |
[pagina 13]
| |
Ten zelfden dage, werdt de gevreesde voorbetaaling eener ingewilligde Bede gevorderd, waartoe de Staaten, die 'er zig reeds toe bereid hadden, in Louwmaand daaraan, beslootenGa naar voetnoot(p). |
|