Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIX. De Hollanders zoeken 't Nederstigt aan Holland te doen hegten.Het verrassen van Utrecht veroorzaakte groote vreugde in Holland. De Staaten leverden, terstond daarna, een Geschrift aan den Stadhouder over, waarin zy verzogten, dat Utrecht en het Nederstigt, onder den Keizer, als Graave, met Holland vereenigd mogt worden, op gelyke wyze, als Doornik aan Vlaanderen gehegt was; zo dat 'er zyne Majesteit de bestelling van de wet hadt, en men van de vonnissen, aldaar geweezen, beroep of hervorming toeliet aan den Raad van Holland. De Stadhouder antwoordde, dat hy hierin niets doen kon, voor dat hy den Bisschop gesproken hadt; doch hy deedt de Staaten begrypen, dat dit werk niet zonder kosten ter uitvoeringe ge- | |
[pagina 495]
| |
bragt kon worden. Zy stelden 'er zo veel gewigts in, dat zy 'er gaarne eene goede somme toe besteeden wilden. Ook zogten zy den Stadhouder, door vleiende woorden, en dan Griffier du Blioul, die veel ten Hove vermogt, door beloften, te beweegen, om 'er de hand aan te houdenGa naar voetnoot(v). Hoogstraaten en du Blioul waren ook beide gemagtigd, om met den Bisschop in onderhandeling te treeden. Doch de HollandersGa naar margenoot+ kreegen hunne begeerte niet. Brabant hadt, zo wel als Holland, tot den oorlog tegen de Gelderschen, en het bemagtigen van Utrecht geholpen. Hierom bewerkte men te Utrecht, dat het weereldlyk gebied over de Stad en het gantsche Nederstigt aan den Keizer, als Hertog van Brabant en Graave van Holland, en niet als Graave van Holland alleen, werdt opgedraagen. Dit geschiedde in OogstmaandGa naar margenoot+Ga naar voetnoot(w). De Graaf van Hoogstraaten ontving, sedert, den eed, in 's Keizers naam, van de Staaten van 't Nederstigt, en deedt hun dien, insgelyks, in Wyn- en SlagtmaandGa naar voetnoot(x), en in Herfstmaand des volgenden jaars, werdt deeze overdragt, door Paus Klemens den VII, bekragtigdGa naar voetnoot(y). Karel de V. zag dus, binnen zes jaaren, zyn gebied uitgebreid over drie Nederlandsche gewesten, Friesland, Utrecht en OverysselGa naar voetnoot(1). Het Slot Vredenburg werdt, | |
[pagina 496]
| |
ten deezen tyde, op 's Keizers last, te Utrecht, begonnen: waardoor de Stad, sedert, zo lang het stondt, in toom gehouden werdtGa naar voetnoot(z). |
|