Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijDe Lekdyk breekt door.'t Stigt en Holland hadden, dit jaar, behalven door de strooperyen der Gelderschen, ook veel door eene overstrooming geleeden. De Lekdyk was, in Louwmaand, te Schalkwyk, doorgebroken, en hadt verscheiden' Dorpen, tot Leiden toe, onder water gezet. De Schalkwyksche Wetering raakte gedeeltelyk digt, door 't zand. Ook waren sommige Landeryen, wel twee voet hoog, met zand beloopenGa naar voetnoot(z). De Keizer en zyne Bondgenooten maakten zig vast gereed, om Frankryk, in 't volgend jaar, den oorlog aan te doen, terwyl Karel de V. Paus Adriaan den VI. aanzette, om den Christen-Vorsten, by eene Bulle, den dertigsten van Grasmaand gedagtekend, uit zyn eigen Apostolisch gezag, onder bedreiging van den Ban, het maaken van een driejaarig Bestand te beveelen, op dat zy hunne vereenigde kragten tegen de Turken mogten konnen wendenGa naar voetnoot(a). Doch François de I, beslooten hebbende den oorlog in Italie te voeren, verwierp dit Bestand: 't welk den Paus bewoog, met den Keizer, den Koning van Engeland en eenige Italiaansche Mogendheden, in een Ver- | |
[pagina 446]
| |
bond tegen Frankryk te treeden. In Pikardye, werdt, door de Oostenrykschen en Engelschen, in den Veldtogt deezes jaars, weinig uitgerigtGa naar voetnoot(b). Ondertusschen was 'er, in Holland, in Herfstmaand, een Plakaat uitgekomen, waarby gebooden werdt, dat geene Geestelyken of Kloosterlingen, uit deeze Landen, naar Frankryk gaan, of van daar herwaards komen zouden mogen, onder bedreiging van in een zak gesteken en verdronken te zullen wordenGa naar voetnoot(c). De reden van zo streng een Plakaat is my niet klaar gebleeken. Doch het toont ten volle, hoe groot de afkeerigheid van Frankryk thans hier te Lande geweest zy. |
|