Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijStrooperyen der Gelderschen in Holland.Terwyl het den Gelderschen in Friesland dus tegen liep, gelukte het hun, in Herfstmaand, met eenen kleinen hoop volks, tot diep in Holland door te dringen, en tot voor Leiden aan de laage zyde te stroopen. 's Graavenhaage zelf werdt, by deeze gelegenheid, uitgeplonderd. Toenwendden zy't naar de Alblasserwaard, alles alomme met roof en brand vervullende, en keerden, daarna, met merkelyken buit, t'huiswaardsGa naar voetnoot(w). Ter Zee, werdt midlerwyl zo goede wagt gehouden, dat de Hollanders hier dit jaar geene schade van de Gelderschen leeden. Amsterdam hieldt vier, Hoorn twee, en de andere Steden een diergelyk aantal van Schepen op de Zuiderzee, waardoor de Vaart en Kusten volkomen beveiligd werdenGa naar voetnoot(x). De Geestelykheid van Holland beloofde, | |
[pagina 445]
| |
omtrent deezen tyd, tot de kosten van den Gelderschen oorlog, vysduizend gulders te zullen opbrengen. Ook kreegen de Stanten, nog voor 't einde des jaars, Oktroi, op 's Graaven naam, om vyfduizend ponden 's jaars te mogen verzagden, dat is, zo veel gelds te mogen opneemen, dat de jaarlyksche Rente van hetzelve vyfduizend ponden beliepGa naar voetnoot(y). |
|