Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijSchade der Saxischen op de Zuiderzee.Eer zy uit Holland vertrokken, hadden zy zig, met bewilliging, of ten minsten onder oogluiking der Regeeringe, te Amsterdam, van veelerlei mondbehoeften voorzien: die hun te schepe nagezonden werden. Doch deeze Vloot werdt, door de Friezen, welken de Geldersche zyde hielden, Geldersche Friezen genaamd, onder bevel van Grooten Pier, een' Friesch Overste, by Hoorn aangetast, en t' eenemaal bemagtigdGa naar voetnoot(t). Wat laater, viel eene diergelyke Vloot, sterk agtentwintig schepen, en rykelyk voorzien van geld en wollen Lakenen, tot betaalinge der Saxische Knegten, den Gelderschen Friezen insgelyks in handenGa naar voetnoot(u). |
|