Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXXIII. Tweespalt tusschen de Saxischen en Graave Edzard in GroningerlandNa dat Graaf Edzard, in 't jaar 1506, tot Heere van Groningen, ingehuldigd was, en zelfs over de Ommelanden, als Stadhouder van Joris van Saxen, geboodt, was 't wel te verwagten, dat hy veel werks hebben zou, om zig in 't bekomen bewind te handhaven. Maximiliaan, die 't Erfstadhouderschap van Groningen, zo wel als van Friesland, den Huize van Saxen hadt opgedraagen, hadt de Stad reeds in de Ryks Agt of Ban gedaan, en daagde haar, in 't jaar 1507, voor 't Kamergerigt te Constans, alwaar de Gemagtigden des Hertogs van Saxen veele bezwaarnissen tegen haar inbragtenGa naar voetnoot(o). Ten zelfden tyde, werdt Graaf Edzard en de Stad, door Paus Julius den II, op aanhouden des Bisschops van Utrecht, voor Pauselyke Gemagtigden, te Leuven, gedagvaardGa naar voetnoot(p). Doch de geschillen werden, noch te Constans, noch te Leuven, vereffend. De vyandschap, tusschen Graave Edzard en de Groningers aan de eene, en de Saxischen en Stigtschen, aan de andere zyde, groeide, van dag tot dag, aan. In 't jaar 1512, poogde Graaf Edzard, door heimelyk verstand binnen Leeuwaarden, den Hertog van Saxen, ook van 't bewind over Friesland, te ontzetten. Doch deeze toeleg mislukteGa naar voetnoot(q). Ook gedoogde hy, dat Roelof van Manster, die 't Slot te Koeverden, van wege den Bisschop van Utrecht, bewaard hadt; doch van zyn | |
[pagina 383]
| |
Ampt verlaaten was; met eenige manschap uit Groningen trok, het Slot bemagtigde, en na dat het hem, door de Stigtschen, wederom ontweldigd was, het platte Land van Drente en Overyssel plonderde en afliepGa naar voetnoot(r). Eindelyk weigerde Edzard Rekening te doen van het bewind over de Ommelanden, welk hem, als Stadhouder des Hertogs van Saxen, opgedraagen wasGa naar voetnoot(s). |
|