Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 375]
| |
trok hy, met elfhonderd man, over Utrecht naar Amsterdam, stak den brand in de Voorstad, vermoedelyk die buiten de S. Antonis Poort, en vernielde eenige Schepen, die, in de Oude Waal, lagen om te overwinteren. Het getal deezer schepen wordt, door sommigen, op twee-entwintig begrootGa naar voetnoot(n). Doch de Bastaard van Gelder schreef, weinige dagen na deeze onderneeming, en veelligt eer hy 'er genoegzaame kennis van hadt, dat 'er meer dan driehonderd vaartuigen voor Amsterdam verbrand warenGa naar voetnoot(o). De Gelderschen, den vierentwintigsten, te Utrecht te rug gekomen, legerden zig in 't Karthuizers Klooster buiten de Stad. De Heer van Wassenaar, hen, aan 't hoofd van vierhonderd Knegten, van daar poogende te verdryven, werdt verslaagenGa naar voetnoot(p), en gevanglyk naar Hattum gebragtGa naar voetnoot(q), alwaar Karel hem in eene yzeren Kooi deedt opsluitenGa naar voetnoot(r). |
|