Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijEngelsche onderstand.Henrik de VIII, Koning van Engeland, in Zomermaand deezes jaars, beslooten hebbende, Maximiliaan, en Karel, deszelfs Kleinzoon, tegen de Gelderschen, te ondersteunen, zondt, een weinig laater, onder bevel van Eduard PoiningGa naar voetnoot(r), vyftienhonderd Knegten herwaards, die, te Arnemuiden, ontscheept werdenGa naar voetnoot(s). De Landvoogdes was zeer in haaren schik, met deezen onderstandGa naar voetnoot(t), alzo zy, in Gelderland, behalven de bezettingen der Plaatsen, die haare zyde nog hiel- | |
[pagina 370]
| |
den, niet meer dan vyftienhonderd Duitschers of Landsknegten op de been hadtGa naar voetnoot(u).Ga naar margenoot+ Men sloeg terstond het Beleg voor Venlo, welk eenen geruimen tyd duurde: ten deele, om dat het vereenigd Leger zelf nog niet talryk genoeg was, om de Stad, van alle kanten, te besluiten; ten deele ook, om dat Graaf Henrik van Nassau, en Filips van Bourgondie, Admiraal van Holland, beide, door ziekte, belet werden, het bevel over 't beleg te voeren: waarom het aan Floris van Ysselstein opgedraagen werdt, die, met den Engelschen Overste niet wel over weg konGa naar voetnoot(v). Na dat de Stad, tot drie reizen, hevig, doch vergeefs, bestormd wasGa naar voetnoot(w), werdt het Beleg, in Wyn- of Slagtmaand, opgebroken, en de Engelschen keerden naar hun Vaderland te rugGa naar voetnoot(x). |
|