Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijLegering der Gelderschen.De Hertog van Gelder hadt zyne Krygsmagt, in drie hoopen, verdeeld. Een deel lag in 't Graafschap Zutfen, en hieldt het Slot Wildenburg belegerdGa naar voetnoot(p): doch 't blykt niet klaar, of het overgegaan zy of nietGa naar voetnoot(q). Een ander gedeelte lag in het Kwartier van Roermonde: alwaar ook de Fransche hulpbenden, zo lang zy zig in Gelderland bevonden, gelegerd waren. De Bastaard van Gelder hadt, met dit deel des Legers, 't Beleg geslaagen voor Wagtendonk, welke Plaats, onlangs, tot de Oostenryksche zyde, overgegaan wasGa naar voetnoot(r); | |
[pagina 353]
| |
doch den uitslag van dit Beleg vind ik nergens gemeld. Het derde gedeelte van Karels Leger hieldt zig op, in 't Kwartier van Nieuwmegen: en van dit volk hadden de Hollanders 't meest te vreezen. Karel hadt zyne Knegten, met naame deezen, die te Nieuwmegen lagen, eenen geruimen tyd, onbetaald moeten laaten, by gebrek van onderstand uit Frankryk, die langer weg bleef, dan hy verwagt hadt. 't Krygsvolk begon reeds te morren, en gaf niet donkerlyk te verstaan, dat zy niet gezind waren, een' voet te verzetten, voor dat men hun voldoening gegeven hadt. Karel was hier zo weinig in staat toe, dat hy zelfs geene veertien stukken geschuts hadt konnen lossen, welken hem, door de Brabanders, onthaald warenGa naar voetnoot(s). Men schreef om geld naar Frankryk; doch 't kwam niet. Karel besloot, derhalven, om de Knegten aan weêrwerk te helpen, hun verlof te geeven, tot het doen van eenen inval in Brabant en in Holland, alwaar rykelyke buit te behaalen was. |
|