Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 347]
| |
gegaan, met den Heere van Chievres, by welk, hy zig verbonden hadt, den dienst van Frankryk, zo dra mogelyk, en uiterlyk met de dood des tegenwoordigen Konings, te zullen verlaaten, en in den dienst des Konings van Kastilie te zullen overgaan, mids dat deeze hem een jaargeld toelei van drieduizend ponden van veertig grooten Vlaams, welken met nog drieduizend ponden vermeerderd zouden worden, zo dra hy, in daadelyken dienst des Konings van Kastilie, zou getreden zynGa naar voetnoot(v). En dit Verdrag was oorzaak, dat hy den Oostenrykschen weinig nadeel toebragt. 't Schynt zelfs, dat hy de hulpbenden, niet in persoon, maar, door den Graave van Rethel, gebooden heeftGa naar voetnoot(w). Engelbert van Kleef, die, eenige jaaren geleeden, zo veel deel gehad hadt, in den Utrechtschen Kryg, is, by de Fransche Schryvers, meest onder den naam van Graave van Rethel bekend; alzo hem de Graafschappen van Nevers en Rethel van zyne Moeder, eene Dogter van Nevers en Estampes, waren aanbestorvenGa naar voetnoot(x). Hy hadt zig, al sedert eenigen tyd, aan 't Fransche Hof opgehoudenGa naar voetnoot(y). In deezen staat der zaaken, kreeg men hier de tyding van de dood des Konings van Kastilie. Lodewyk de XII. hadt 'er, op den tweeden van Wynmaand, reeds berigt van gehad: en, wel voorziende, dat deeze dood de gedaante der dingen zeer zou doen veranderen, gaf | |
[pagina 348]
| |
hy Robert van der Mark en den Hertoge van Gelder zelven, in aller yl, bevel, om de vyandlykheden te staakenGa naar voetnoot(z). Karel lag, ten deezen tyde, te Welp, vier uuren van Wageningen: by welke Stad, de Oostenrykschen hun hoofdleger haddenGa naar voetnoot(a). Het beleg deezer Stad, omtrent vier maanden, geduurd hebbende, werdt, op de tyding van het afsterven des Konings, den negenden van Wynmaand, opgebrokenGa naar voetnoot(b). Sedert betrokken beide de Legers de Winterkwartieren. |
|