Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 291]
| |
Hertog van Saxen naar Vlaanderen, om Sluis, de eenigste Stad, in welke zig nog eenige voornaame Hoekschen onthielden, door belegering, te bedwingen. De Stad stondt een Beleg, te water en te lande, van meer dan twee maanden door. De Hertog van Saxen geboodt het Leger te lande. De Vloot, die de Stad, te water, benaauwde, was in Zeeland verzameld, en bestondt uit drie-enveertig Oorlogschepen, dertig Heuden of Platbodems en dertien Hulken. Filips van Bourgondie, Heer van Beveren en Admiraal der Nederlanden, hadt 'er 't bevel overGa naar voetnoot(e). Henrik de VII, Koning van Engeland, hadt hier nog twaalf schepen, onder beleid van Eduard Poining, bygevoegdGa naar voetnoot(f). De Stad werdt, eenen tyd lang, sterk beschooten. Doch Filips van Kleef verdedigde zig dapperlyk. Zyn Vader, Adolf, begaf zig, van Zierikzee, onder vrygeleide zyns Zoons, naar Sluis, om hem, tot het overgeeven der Stad, te vermaanen. Filips hadt hier egter geene ooren naarGa naar voetnoot(g). Verscheiden' gelukkige uitvallen deeden hem den moed dermaate zwellen, dat hy tot geen overgeeven verstaan wilde. Eindelyk sloeg, in Herfstmaand, of by ongeluk, of door bestel des vyands, de brand in 't Buskruid te Sluis: waardoor zo geweldig eene schade veroorzaakt werdt, dat Filips van Kleef tot de overgaave besloot. Hy bedong den vryen uittogt voor zig en de zynen, en dertigduizend | |
[pagina 292]
| |
guldens voor 't gene hem Maximiliaan en Filips schuldig waren. 't Verdrag werdt, op den dertienden van Wynmaand, getekendGa naar voetnoot(h).Ga naar margenoot+ Filips van Kleef, die, te vooren reeds, aan 't Fransche Hof bekend geweest was, begaf zig, na 't overgaan van Sluis, derwaards, en heeft 'er, sedert, verscheiden' hooge Krygsampten bekleedGa naar voetnoot(i): Jan van Naaldwyk trok ook naar Frankryk, alwaar hy overleeden isGa naar voetnoot(k). Waarschynlyk hebben ook andere voornaame Hoekschen, ten deezen tyde, derwaards de wyk genomen. |
|