Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXX. De Hoekschen zoeken hun voordeel te doen, met de beroerten in Vlaanderen.De Vlaamsche tweespalt bragt de Hollandsche Hoekschen tot omzien: en deedt hen overleggen, of 'er niet eenig voordeel voor hun uit te haalen ware. Na dat zy, in 't jaar 1483, Utrecht hadden moeten ruimen, hadden zy, hier en daar, omgezworven, zonder zig ergens te konnen vestigen. Kans, om eenige Stad in Holland in te neemen, was 'er niet, zo lang zy geene gelegenheid hadden, om, digt aan de grenzen, volk te verzamelen, en te water of te lande in Holland te vallen. Deeze gelegenheid ontbrak hun. sedert het bemagtigen van Utrecht. Doch kort na 't uitbersten der Vlaamsche beroerte, hadden zy 't oog op Sluis in Vlaanderen geworpen; vanwaar zy | |
[pagina 245]
| |
hunnen partyen, te water, afbreuk doen, en ligtelyk volk byeen brengen konden, tot het onderneemen van eenigen aanslag in Holland. Filips van Kleef, die, sedert, te Sluis 't hoog bevel voerde, was hun gunstig, en niet minder dan zy op Maximiliaan en de tegenwoordige Regeeringe gebeeten. Met deezen maaken zy dan een verding, volgens welk hun te Sluis vry verblyf en gelegenheid gegund werdt, om Volk en Vaartuigen byeen te brengenGa naar voetnoot(l). |
|