Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIX. Onlusten in Vlaanderen.Het volgend jaar 1488 bragt merkwaardige veranderingen voort, in de Nederlanden, met naame in Vlaanderen en in Holland. Maximiliaan hadt Adriaan de Vilain, Heer van Rassinghem, een' der voornaamste hoofden van de jongste Gendsche beroerte, uit Kortryk doen ligten, en te Vilvoorden in hegtenis doen zetten. Doch Rassinghem, eerlang ontsnapt zynde, was te Gend weder gekeerd, en blies daar 't volk de ooren zo vol van de gebreken der tegenwoordige Regeeringe, dat 'er een volkomen opstand uit reesGa naar voetnoot(b). Brugge, alwaar de Roomsch-Koning zig thans bevondt, was 't genoegzaam eens met de Gentenaars. Men wilde het Land van vreemd Krygsvolk gezuiverd en de Ampten aan Inboorlingen gegeven hebben. Ook stondt het der Gemeente geweldig tegen, dat men, in Vlaanderen, onlangs, eene ongewoone veranderingGa naar margenoot+ in de munt gemaakt hadt. Deeze en andere bezwaarnissen werden den Roomsch-Koning, in Louwmaand, te Brugge, voorgehouden, zonder dat 'er eenige verbetering op volgde. Maximiliaan poogde zig zelfs door zyne Ruiters van Brugge te verzekeren: 't welk die van Brugge dermaate verbitterde, dat zy hem en eenigen zyner Raaden, in Sprokkelmaand, in hegtenis namenGa naar voetnoot(c). Hier op volgde 't verzetten van de Wet der Stad. Te Gend, te Brugge en in de Vlaamsche Steden, die 't | |
[pagina 241]
| |
met deezen hielden, werden de gemeene zaaken des Graafschaps alleen op den naam van den jongen Filips bestierd. Het Fransche Hof stookte 't vuur der oneenigheid, zendende den Gentenaaren eenige manschap te hulpe. Pieter Langhals, Schout te Brugge, werdt, nevens andere gevangenen, openlyk onthalsd. De Hollanders en Zeeuwen hadden zyn vonnis helpen doorzetten: alzo men hier hieldt, dat hy Maximiliaan aangezet hadt, om te verklaaren, dat, voortaan, de Leenen, in Holland en Zeeland, niet op de vrouwen versterven konden; maar, by gebrek van manlyk oir, aan 's Vorsten Tafel vervallen moestenGa naar voetnoot(d). Midlerwyl waren de Staaten der meeste Nederlanden, met naame die van Zeeland en Friesland, te Gend vergaderd, om de vryheid des Roomsch-Konings, onder goede voorwaarden, te verwerven. Zeeland, als meest van de Vlaamingen te lyden hebbende, haakte sterkst naar de vrede. Eindelyk, slooten de Staaten, op den eersten van Bloeimaand, een nieuw Verbond van Vereeniging, welk duuren zou, tot op de meerderjarigheid van den jongen Filips. Men stelde, by dit Verbond, vast ‘dat Vlaanderen, door Filips, onder de voogdyschap der Heeren van zynen bloede en van den Raade, geregeerd zou worden: en dat Maximiliaan het bewind der andere Nederlanden hebben zou.’ Voorts beloofde men ‘de Atrechtsche Vrede van den jaare 1482 te zullen onderhouden: en op het voortzetten | |
[pagina 242]
| |
van den gemeenen Koophandel, door het maatigen der tollen en de eenpaarigheid in de Munte, agt te geeven.’ Eindelyk stelde men vast ‘voortaan, jaarlyks, in Wynmaand, eene algemeene Vergadering der Staaten van de Nederlanden te zullen houden, in eene der Steden van Brabant, Vlaanderen of Henegouwen, om, op dezelve, voor den gemeenen welstand zorg te draagen.’ Het Verbond werdt, door Filips naaste en aanzienlykste maagen van moeders zyde, en onder deezen, door Bisschop David van Utrecht, bezegeldGa naar voetnoot(e). Maximiliaan bevestigde de voornaamste punten van dit Verbond, by plegtigen eede, op den zestienden van Bloeimaand. In 't byzonder, deedt hy afstand van 't bewind over Vlaanderen, geduurende de minderjaarigheid zyns Zoons. Ook beloofde hy ‘de vreemde Knegten, binnen vier dagen, uit Vlaanderen, en binnen agt, uit alle de Nederlanden, te zullen doen vertrekken.’ Men stelde hem, hierop, terstond, in vryheid; mids dat Balthazar van Volkestein en de Graaf van Hanau, te Brugge, en Filips van Kleef, te Gend, als borgen voor het onderhouden des Verdrags van zyne zyde, in gyzeling bleeven. Maximiliaan beloofde, dit Verdrag, door alle de Nederlanden, te zullen doen bezegelen. Ook vindt men, dat zulks, door Gemagtigden van Brabant, Vlaanderen, Henegouwen, Zeeland en Namen, geschied isGa naar voetnoot(f). |
|