Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 207]
| |
gin Maria haaren Egtgenoot en den Landen, in den opgaanden bloei haarer jaaren, door eenen onverwagten dood, ontrukt. Drie Kinderen hadt zy reeds ter weereld gebragt, Filips en Margareet, die nog leefden, en François, die, kort na de geboorte, gestorven was. Nu was zy wederom zwangerGa naar voetnoot(q); doch hadt zig, door eenen val van 't paard, terwyl zy buiten Brugge uit speelemeiden reedt, dermaate bezeerd, dat zy, na verloop van drie weekenGa naar voetnoot(r), anderen schryven, binnen vier dagenGa naar voetnoot(s), op den zevenentwintigsten van Lentemaand, overleedt. Haare voorzigtigheid en Godsvrugt wordt van haare tydgenooten zeer gepreezenGa naar voetnoot(t). Van bekwaamheid tot de Regeeringe heeft zy naauwlyks eenig blyk konnen geeven, zynde zy, na de dood van Hertoge Karel, niet van onder de Voogdyschap der Gentenaaren ontslaagen, dan om onder die van haaren Egtgenoot over te gaan. Ook hadt zy 't ongeluk van haare Landen, zo lang zy regeerde, door binnenlandsche beroerten en uitheemsche oorlogen, jammerlyk te zien verwoesten en vaneen scheuren: rampen, die genoegzaam altoos aan de Vrouwelyke Regeeringe over deeze Landen verknogt waren geweest. |
|