Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijHertog Karel bemagtigt Nancy en gantsch Lotharingen.Hertog Karel hadt René, Hertog van Lotharingen, buiten dit Bestand weeten te sluiten, van zins om hem, zo dra hy van den Kryg tegen Frankryk ontslaagen zou zyn, de gepleegde vyandlykheden, met woeker, begetaald te zetten. Lotharingen geleek Hertoge Karel wel. Het was tusschen de Hertogdommen Luxemburg en Bourgondie gelegen, en stelde hem in staat, om, van de uiterste grenzen van Holland af, tot aan Lions in Frankryk toe, over zyn eigen Land te konnen trekken. In Wynmaand dan, zag men hem reeds, aan 't hoofd van een Leger, in Lotharingen. Hy onderwierp zig dit Hertogdom, in korten tyd. Nancy alleen stondt een beleg van vyf weeken door; doch werdt egter ook genoodzaakt zig aan Hertoge Karel over te geevenGa naar voetnoot(m). Deeze voorspoed spoorde hem aan tot grooter onderneemingen. De Zwitsers, die hem 't Graafschap Ferette hadden | |
[pagina 157]
| |
helpen afhandig maaken, verdienden, zyns oordeels, gestraft te worden. Hy rustte zig derhalven, tegen den aanvang des jaars 1476,Ga naar margenoot+ tegen hen toe, ten stryde. De Zwitsers, die, tot deezen tyd toe, nog weinig gerugt in Europa gemaakt hadden, en onkundig waren van hunne eigen' kragten, deeden al wat in hun vermogen was, om zig met Hertoge Karel te verzoenen. Zy booden hem vergoeding van schade aan. Zy wilden, ten zynen gevalle, de verbindtenissen, met andere Mogendheden, met naame ook met Frankryk gemaakt, verbreeken, en hem, met zesduizend man, dienen. Zy vertoonden hem, dat de overmeestering van Zwitserland hem geen voordeel aanbrengen zou, en dat hun gantsche Land zo veel niet waardig was, als de breidels en gebitten zyner Paarden. Doch dit alles mogt niet baaten. De staatzugtige Hertog streelde zig reeds met de hoop van, na 't bemagtigen van Zwitserland, tot in Italie door te dringenGa naar voetnoot(n). In Sprokkelmaand, brak hy op uit Lotharingen, trekkende, door Bourgondie, in het Land van Vaud. Eenige Plaatsen bemagtigd hebbende, sloeg hy 't beleg voor Granson, aan 't Meer van Neufchâtel De Stad ging aan hem over by verdrag. Doch sommigen verhaalen, dat hy 't verdrag schondt, en de bezetting grootendeels deedt ophangen. Terstond hierop, besloot hy eenen hoop Zwitsers, in aantogt om de Stad te ontzetten, in de engten van 't gebergte, tegen te trekken. Doch deeze stoutheid bekwam hem kwalyk. |
|