Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijHy wordt tot Hertoge van Gelder en Graave van Zutfen gehuldigd.Karel maakte zig, terstond hier na, gereed tot den togt naar Gelderland. Men hadt, in eene Vergadering der Ridderen van 't gulden Vlies, te Valenchyn, geoordeeld, dat hy, uit kragt van het Verbond met Hertoge Arnoud, niet slegts Regt hadt op Gelder en Zutfen, maar ook om Adolf van Egmond, met eene eeuwigduurende gevangenis, te straffen. De Hertog schreef dan terstond aan de Geldersche Edelen en Steden, dat zy zig bereiden moesten, om hem hulde te doen. Doch alzo hy aan hunnen goeden wil, met reden, twyfelde, verzamelde hy een Leger te MaastrichtGa naar voetnoot(e). De Hollandsche Steden moesten hier toe ook manschap leveren, en den Hertog, naderhand, terwyl hy in Gelderland lag, langs de Maaze, van mondbehoeften voorzien. Men vindt, ten miniten, dat de Dordrechtsche Poorters, op den elfden van Zo- | |
[pagina 141]
| |
mermaand, last gekreegen hebben, om, onder bevel van zeven Hoofdmannen uit de Regeeringe, te velde te trekkenGa naar voetnoot(f). Even te vooren, was het Leger des Hertogs reeds van Maastricht opgebroken. Roermonde was de eerste Stad, welke hem de Poorten opende. Montsoort ging ook, na eenigen tegenstand, aan hem over. Toen sloeg hy 't beleg voor VenloGa naar voetnoot(g). Terwyl het duurde, kogt hy Gerard, Hertoge van Gulik en Berg, zyn Regt op Gelder en Zutfen af, voor tagtigduizend Rynsche guldensGa naar voetnoot(h). Gerard was een Broeders Zoon, en eenige Erfgenaam van Adolf, Hertog van Gulik en Berg, wiens Oud-Ooms-Zoonen, Willem de I. en Reinoud de IV, Hertogen van Gelder waren geweest. Ook was Adolf zelf, na 't afsterven van Reinoud den IV, door Keizer Sigismond, met Gelder en Zutfen beleend geworden. Hertog Karel overmeesterde Venlo wel haast. Nieuwmegen hieldt hem langst op. Op den negentienden van Hooimaand, noodzaakte hy deeze Stad egter ook tot de overgaave. Twee Kinderen van Adolf van Egmond, Karel en Filippa, bevonden zig binnen Nieuwmegen. Hertog Karel zondt dezelven terstond naar Gend: alwaar zy opgevoed werdenGa naar voetnoot(i). Sedert deedt hy zig, zonder moeite, te Zutfen, te Arnhem, en alomme in de andere Steden, voor Hertog van Gelder en Graave van Zut- | |
[pagina 142]
| |
fen erkennen. In Slagtmaand hier aan volgende, deedt hy den Keizer, Fredrik den III, te Trier hulde, wegens deeze nieuw aangewonnen' Vorstendommen, die, van ouds, gehouden werden, onder 't Ryk te behoorenGa naar voetnoot(k). De Hertog van Bourgondie zag dus, voor 't einde des jaars 1473, zyne Heerschappyen, met twee Nederlandsche Gewesten, vermeerderd. |
|