Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXXI. Nieuwe oorlog met Frankryk.De oorlog met Frankryk, maar pas geëindigd, begon wederom, in 't jaar 1472. Lodewyk de XI. weigerde, het jongste Verdrag te bekragtigen: waar op Karel zig gereed maakte, om eenen inval in Frankryk te doenGa naar voetnoot(g). Ook begonden de Franschen de vyandlykheden ter Zee, rustende verscheiden' OorlogschepenGa naar margenoot+ uit, die, langs de Hollandsche Kusten, tot op de hoogte van Katwyk, kruissende, de Vaart en Visschery geweldig belemmerden. In den Zomer, vielen zy aan op agttien Haringbuizen, die zig gereed maakten, om in Zee te loopen; van welken zy de Schippers of Stuurluiden alleen gevangen namen, te Dieppe opbragten, en niet dan na dat zy, hoofd voor hoofd, honderd gouden Fransche Kroonen betaald hadden, wederom los lieten. Voor eenige jaaren, hadden onze Haringbuizen ook reeds last geleeden van de Fransche Kaapers. En Lodewyk de XI. hadt, by de Vredehandeling te Peronne, in 't jaar 1468, beloofd, de schade, den Hollanderen en Zeeuwen, in hunne Haringvisscherye, toegebragt, te zullen vergoedenGa naar voetnoot(h). Doch hierop was niet anders dan deeze nieuwe vyandlykheid gevolgd. Men bragt dan, in Holland en Zeeland, terstond ook eenige Schepen in Zee, onder bevel van Paulus van Borselen, natuurlyken Zoon van Henrik, Heere van Veere, die de Fransche Vloot opzogt, | |
[pagina 124]
| |
onder Schotland aantrof, en noodzaakte de Zee te ruimen, en in de Havens van Frankryk in te loopenGa naar voetnoot(i). |
|