Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXX. Nieuwe Excynzen, hier te Lande ingevoerd.De aanhoudende oorlogen, in welken Hertog Karel zig geduurig inwikkelde, en van welken Holland en Zeeland een goed deel der kosten draagen moesten, veroorzaakten vast zeer veel gemors, hier te Lande. De Regeering van verscheiden' Steden was genoodzaakt geweest, belastingen op sommige mondbehoeften te leggen: 't welk men hier gantsch ongewoon was. Sommige Steden verhuurden of verpagtten deeze belastingen of ExcynzenGa naar voetnoot(4): in anderen, werden zy, door aangestelde Ontvangers, van Stads wege, ingezameld. In eenige Steden, hadt men de Excynzen reeds moeten verhoogen: en dit gaf, omtrent deezen tyd, aanleiding tot oproeren,Ga naar margenoot+ die, op sommige Plaatsen, met naame te Hoorn, zeer hoog liepen. 't Graauw was hier, in 't jaar 1447, ten tyde van Hertoge Filips, over 't opbrengen der tienjaarige Bede, op de been geweest, en niet dan met moeite gestildGa naar voetnoot(a). In 't jaar 1464, hadt de Regeering, overtuigd dat de Stad te zeer bezwaard was, by zynen Zoon, Karel, om vermindering van schattinge aangehoudenGa naar voetnoot(b). | |
[pagina 121]
| |
Doch 't blykt niet, dat zy gehoor vondt. Alleenlyk gaf de Hertog, omtrent zes jaaren laater, verlof, tot het opregten eener Brouwerye, en om de buiten gebrouwen bieren, met eenen Excyns van vyftien stuivers ieder vat, te bezwaaren. De Gemeente, aan vreemde Bieren gewend, wilde zig met geen binnenbier behelpen, noch den Excyns van 't vreemd betaalen. In Bloeimaand des jaars 1470, kwamen 'er drie Gemagtigden uit den Raade van Holland te Hoorn, om den Excyns te helpen invoeren. Men hadt de Hoofdluiden der Schutterye en de Voogden der Gilden bewoogen, om zig stil te houden. En op den eenentwintigsten der gemelde maand, kwamen de Gemagtigden en de Wethouderschap, op het Raadhuis, byeen, om middelen, tot het invoeren der nieuwe Excynzen, te beraamen. Doch 't gemeen kreeg hier haast de lugt van, en schoolde samen voor 't Stadhuis. De Weevers, Vollers en Visschers, ruw volk, trokken, gewapend, onder hunne Gildenbanieren, op, dreigende de Gemagtigden en de Burgemeesters dood te slaan. Men smeet eenigen tonnen biers, op de markt over einde gezet, den bodem in, schepteze, met schotels en nappen, ledig, onder 't smaalen, dat de Heeren nu naauw toezien moesten, en rekenen, hoe veel elk in den Excyns hadt te gelden. Eindelyk viel men aan op 't Huis van den Geheimschryver, alwaar alles vernield, en de Boeken en Papieren verscheurd werden. De Gemagtigden werden, 's avonds, behendiglyk ter stad uit geholpen. Het op- | |
[pagina *1]
| |
Oproer te Hoorn, over de invoering van nieuwe Excynzen.
| |
[pagina 122]
| |
roer hieldt van zelf op, om dat de Wethouderschap zig stil hieldt, zonder, in eenige dagen, van den Excyns te reppen. Men hadt, ondertusschen, de naamen der voornaamste belhamels, in 't Stadhuis, opgetekend, die, kort hierna, door den Prokureur Generaal, gevat, en naar den Haage gevoerd werden. Zes werden 'er hier, en twee te Nieuwburg, buiten Alkmaar, geregt. De overigen moesten zwaare geldboeten betaalen. Veelen waren, het gevaar ziende aankomen, ter Stad uit geweeken, en sloegen zig, sedert, elders neder. Het Hof bande deeze allen ten lande uit, en verwees, naderhand, eenigen, die, boven hunnen ban, in 't Land, gekomen waren, ter doodGa naar voetnoot(c). Men merkt aan, dat de Lakenweevery, voor deezen tyd, in tamelyken bloei te Hoorn, na het vangen en verdryven der Vollers en Weevers, die de hoofden der oproerigen geweest waren, byna geheel uit die Stad geweeken isGa naar voetnoot(d). Hertog Karel, sedert, by twee ernstige Plakaaten, den zestienden van Sprokkelmaand en den derden van Hooimaand des jaars 1471 gedagtekendGa naar voetnoot(e), op straffe des doods, bevolen hebbende, Excynzen op buiten en binnen gebrouwen Bieren niet alleen; maar ook op Wynen, Graanen en Zout, gelyk zy in andere Steden van Holland geheeven werden, ook te Hoorn in te voeren; gelukte het der Wethouderschap dezelven, zo lang de Hertog leefde, zonder | |
[pagina 123]
| |
merkelyke tegenstribbeling der Gemeente, te doen heffenGa naar voetnoot(f). |
|