Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijDe Stadhouder Gruithuizen beschermt en ontvangt hem.Lodewyk van Brugge, Heer van Gruithuizen, die, sedert het jaar 1465, het Ampt van Stadhouder van Holland en Zeeland bekleeddeGa naar voetnoot(g), bevondt zig, ten deezen tyde, te Alkmaar, en kreeg 'er kennis van de aankomst des Konings. De Oosterlingen, die zyne schepen vervolgd hadden, waren, met het vallen van den avond, op dezelfde reede, ten anker gekomen, en maakten gereedschap, om hem des anderendaags aan te tasten. Gruithuizen, onderrigt van het gevaar, in welk zig Eduard bevondt, zondt, zonder uitstel, bevel aan de de Oosterlingen, om zig van alle vyandlykheid, op de Hollandsche reede, te wagten, zo zy zig de hoogste ongenade des Hertogs niet op den hals haalen wilden. De Oosterlingen, thans niet in oorlog met den Hertog, hielden af. Gruithuizen haalde Eduard, sedert, zelf van boord, en geleidde hem naar den Haage, alwaar men hem en den zynen de noodige verversching verschafte. Eduard, geen geld hebbende, om den Schipper, die hem overgevoerd hadt, te voldoen, schonk hem eenen Rok met kostbaar bont gevoerdGa naar voetnoot(h). Midlerwyl, hadt de Graaf van Warwik Henrik den VI. uit de gevangenis gehaald en op den Engelschen Troon geplaatstGa naar voetnoot(i). |
|