Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXII. Dood van Hertoge Filips.Hertog Filips was, sedert eenigen tyd, door de jaaren en meer dan ééne gevaarlyke krankheid, dermaate verzwaktGa naar voetnoot(q), dat men hem geen lang leeven meer toelei. Des de Graaf van Charolois, die zig, geduurende den winter des jaars 1466, in Holland en Zeeland, opgehouden hadt, besloot, inGa naar margenoot+ Sprokkelmaand des volgenden jaars, naar Brabant en Vlaanderen te keerenGa naar voetnoot(r), om by 't overlyden des ouden Hertogs tegenwoordig, of ten minsten nader by de hand te zyn. Filips lag, ten deezen tyde, krank te Brugge; doch beterde allengskens. In Zomermaand, scheen hy volkomen hersteld in gezondheid; doch schielyk ingestort, overleedt hy, aan eene ontsteeking in de keel, van heete en geduurige koortsen verzeld, op den vyftienden der gemelde maand, des avonds tusschen negen en tien uuren, in het in het twee-enzeventigste jaar zyns ouderdomsGa naar voetnoot(s). 't Lighaam werdt terstond geopend, en van binnen wel gesteld bevonden, behalven de milt en een gedeelte der longen, die t'eenemaal verrot warenGa naar voetnoot(t). De Graaf van Charolois, die, eenige uuren te vooren, van Gend, te Brugge gekomen was, zag zynen | |
[pagina 95]
| |
Vader stervenGa naar voetnoot(u). Terstond na de Uitvaart, deedt hy zig tot Graave van Vlaanderen en tot Hertog van Brabant, inhuldigen. In 't Hertogdom Bourgondie, volgde hy, insgelyks, zynen Vader op, zo wel als in alle de andere Heerlykheden. Doch daar verliep nog eenige tyd, eer hy zig, voor Graave van Holland en Zeeland, kon doen erkennen. |
|