Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXVI. Filips heeft een' togt naar Turkye voor, die uitgesteld wordt.Terstond hierop, besloot hy, den togt naar Turkye, dien hy voorhadt, aan 't hoofd van een aanzienlyk Leger, te doen, tot betere gelegenheid, uit te stellen, en, met allen ernst, op de handelingen der Franschen, te waaken. Het ontwerp van deezen togt hadt hem, reeds eenige jaaren, door de zinnen gespeeld. Toen men, hier te Lande, tyding kreeg van het inneemen van Konstantinopole, in 't jaar 1453, hadt hy, ter gelegenheid van zeker aanzienlyk GastmaalGa naar voetnoot(b), eene soort van een Tafelspel doen vertoonen, waarin de Kerk, verbeeld door den Schryver zelven, uit wien wy dit ontleenenGa naar voetnoot(c), klaagende ingevoerd werdtGa naar voetnoot(d). Filips hadt deeze speelswyze klagte beantwoord met eene ernstige gelofte, om de Kerk te beschermen, en de verdoemlyke onderneeming van den grooten Turk en der verdere ongeloovigen tegen te staanGa naar voetnoot(e). Zyn voorbeeld hadt ver- | |
[pagina 75]
| |
scheiden' Grooten bewoogen, om gelyke geloste te doen. Ook hadt hy, sedert, van Brabant, Vlaanderen, Henegouwen en Artois, eene goede somme geëischt, tot uitvoering van zynen Turkschen togtGa naar voetnoot(f). Of hy zig, thans ten zelfden einde, ook tot de Hollanders en Zeeuwen gekeerd hebbe, blykt niet klaar. Doch weinige jaaren laater, heeft men, hier toe, ook in Holland, geld gevorderdGa naar voetnoot(g). De togt werdt, ondertusschen, van tyd tot tyd, verschooven. Doch Pius de II, in 't jaar 1458, Paus geworden zynde, beriep, in 't volgend jaar, eene Kerkelyke Byeenkomst te Mantua, alwaar verscheiden' Duitsche Vorsten hunne Gezanten hadden. De Nederlanders waren er ook genoodigd. Doch men vindt, dat die van Brabant, Holland en Gelderland niet hebben willen tegenwoordig zynGa naar voetnoot(h). Hier werdt de Turksche togt wederom vastgesteld. ‘De Paus, schryft een zyner TydgenootenGa naar voetnoot(i), die geen vriend van hem was, beoogde, onder dekmantel van deezen Turkschen togt, 't Volk schattingen af te persen, en een groot deel van Duitschland uit te putten.’ Niet lang hier na, stelde Filips, wien de Paus het opperbevel over den Kryg tegen de Turken gaarne zou opgedraagen hebben, den ontworpen togt, voor eerst, geheel uit zynen zin. De beweegingen der Franschen rieden hem, digt by | |
[pagina 76]
| |
huis te blyven. Pius de II. nam, ondertusschen, 't gedrag des Hertogs zo euvel op, dat hy 'er hem, naar sommiger verhaalGa naar voetnoot(k), om in den ban deedt. Filips was niet onkundig van den staat des Franschen Hofs: van waar de vrienden des Daufyns en de zynen hem alles overbriefdenGa naar voetnoot(l). Hy wist, dat het besluit, om hem den oorlog te verklaaren, niet lang draalen kon. Doch op dat hy tyd genoeg hebben mogt, om zig in staat van tegenweer te stellen, vondt hy goed, zig onkundig te houden van 't gene hy wist dat in Frankryk omging, en ondertusschen den Koning, door een plegtig Gezantschap, af te vraagen, wat hy met zyne toerustingen bedoelde. |
|