XXXII. Gesteldheid der Hollandsche Staatsvergaderingen, ten deezen tyde.
Men ziet ondertusschen, in 't voorbygaan, uit dit voorgevallene ter Dagvaart, dat de Staatsvergaderingen van Holland, ten deezen tyde reeds, omtrent op dezelfde wyze als in laater' tyden, gehouden werden. De voorslag, door of van wegen den Stadhouder, den Raad, of eenig ander Lid der Vergaderinge, gedaan zynde, stemde de Ridderschap eerst; doch dat opmerkelyk, en my, uit egte aantekeningen, wegens deeze Dagvaarten, gebleeken is, niet altoos als een lighaam, maar somtyds ook, hoofd voor hoofd. De andere Leden volgden, indien zy gelast waren. Zo niet; dan namen zy de ramingen of voorslagen over, om 'er hunnen Vroedschappen verslag van te doen, en derzelver besluit, ter naaster Dagvaart, in te brengen. Wyders schynt men, uit het verhandelde ter Vergaderinge van Holland ten deezen tyde, ook te mogen afneemen, dat, behalven de Vroedschappen, de Gemeente nog, ten minsten in sommige Steden, over 't stuk van belastingen, gekend werdt.